AB 2002, 132
Geen procesbelang bij doorprocederen voor een ‘hogere asielstatus’; formele rechtskracht.
ABRvS 28-03-2002, ECLI:NL:RVS:2002:AE1168, m.nt. B.P. Vermeulen
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
28 maart 2002
- Magistraten
Van Wagtendonk, Vlasblom, Troostwijk
- Zaaknummer
200105914/1
- Noot
B.P. Vermeulen
- LJN
AE1168
- JCDI
JCDI:ADS866725:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
Vreemdelingenrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2002:AE1168, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 28‑03‑2002
- Wetingang
Essentie
Geen procesbelang bij doorprocederen voor een ‘hogere asielstatus’; formele rechtskracht.
Samenvatting
1
Blijkens de wetsgeschiedenis van de Vreemdelingenwet 2000 is onderkend dat, indien aan een verblijfsvergunning asiel, naar gelang de in art. 29 Vreemdelingenwet 2000 onderscheiden verleningsgronden, uiteenlopende aanspraken kunnen worden ontleend, belang bestaat bij het opkomen tegen de beschikking tot verlening daarvan, teneinde een verblijfsvergunning asiel op een andere grond te verkrijgen. Evenzeer komt uit die wetsgeschiedenis naar voren dat de wetgever zulk doorprocederen heeft willen uitsluiten, door te kiezen voor een stelsel van één ongedeelde asielvergunning voor bepaalde tijd, die weliswaar op uiteenlopende gronden ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.