AB 1999, 440
Overgangsrecht; vraag welk met het bestemmingsplan strijdig gebruik als ijkpunt bij de toepassing van het overgangsrecht dient te worden genomen
ABRvS 12-04-1999, ECLI:NL:RVS:1999:AN6135, m.nt. M.A.A. Soppe, A.G.A. Nijmeijer
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
12 april 1999
- Magistraten
Van Dijk, Suyver, Van Angeren
- Zaaknummer
H01981224
- Noot
M.A.A. Soppe, A.G.A. Nijmeijer
- LJN
AN6135
- JCDI
JCDI:ADS61354:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Ruimtelijk bestuursrecht / Procedure bestemmingsplan
Ruimtelijk bestuursrecht / Ruimtelijke ordening
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:1999:AN6135, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 12‑04‑1999
- Wetingang
WRO art. 10
Essentie
Overgangsrecht; vraag welk met het bestemmingsplan strijdig gebruik als ijkpunt bij de toepassing van het overgangsrecht dient te worden genomen. (Gem. Uitgeest)
Samenvatting
Art. E6 lid B aanhef en onder b strekt ertoe de mogelijkheid te scheppen het ten tijde van de peildatum bestaande strijdige gebruik in stappen terug te brengen tot (uiteindelijk) een gebruik in overeenstemming met de in het plan aangegeven bestemming. Indien ondertussen een gebruik is ontstaan dat dichter bij de aangegeven bestemming ligt dan het gebruik op de peildatum, moet dat gewijzigde gebruik als de norm worden gehanteerd waaraan verdere wijzigingen van gebruik worden getoetst. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.