AB 1995, 416
ABRvS, 06-06-1995, nr. H01940015/67
ABRvS 06-06-1995, ECLI:NL:RVS:1995:ZF1681, m.nt. C.P.J. Goorden
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
6 juni 1995
- Magistraten
Boukema, Van der Does, De Vries
- Zaaknummer
H01940015/67
- Noot
C.P.J. Goorden
- LJN
ZF1681
- JCDI
JCDI:ADS868061:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Bestuursprocesrecht (V)
Bestuursrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:1995:ZF1681, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 06‑06‑1995
- Wetingang
Wet Arob art. 7 lid 3; RVS art. 37
Essentie
Aanzegging bestuursdwang na beslissing op bezwaarschrift van een derde tegen aanvankelijke weigering. Rechtstreeks beroep bij administratieve rechter.
Samenvatting
Uit het karakter van de bezwaarschriftprocedure vloeit voort dat indien het bestuursorgaan na heroverweging tot de conclusie komt dat het aangevochten besluit niet in stand kan blijven dit orgaan niet kan volstaan met (gedeeltelijke) gegrondverklaring van het bezwaarschrift. In dat geval dient, behoudens het zich hier niet voordoende geval waarin enkele herroeping van het besluit voldoende is, voor het onjuist bevonden besluit een nieuw besluit in de plaats te worden gesteld. Tussen de gedeeltelijke gegrondverklaring van het bezwaarschrift van Lokhorst ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.