Toetsing van besluiten in het rechtspersonenrecht
Einde inhoudsopgave
Toetsing van besluiten in het rechtspersonenrecht (IVOR nr. 89) 2012/8.5.3:8.5.3 Een besluit in strijd met een reglement art. 2:15 lid 1 sub c BW
Toetsing van besluiten in het rechtspersonenrecht (IVOR nr. 89) 2012/8.5.3
8.5.3 Een besluit in strijd met een reglement art. 2:15 lid 1 sub c BW
Documentgegevens:
A.J.M. Klein Wassink, datum 14-05-2012
- Datum
14-05-2012
- Auteur
A.J.M. Klein Wassink
- JCDI
JCDI:ADS600788:1
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht (V)
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Verder is het bij reglementen nog wel eens de vraag of het reglement door het bevoegde orgaan is opgesteld.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Volgens art. 15 lid 1 sub c BW en de toelichting daarbij is een besluit in strijd met een reglement vernietigbaar. Het maakt geen verschil of dat besluit in strijd is met een totstandkomingsvoorschrift of met een inhoudelijk voorschrift. Dat leidt tot vragen waaraan bij de totstandkoming van deze bepaling niet gedacht is. Hoe moet een reglementaire bepaling over de vorm van stemmingen binnen organen van de rechtspersoon worden toegepast. Volgens art. 3:49 BW is een rechtshandeling, in dit geval een stem, nietig als hij niet in de uitdrukkelijk voorgeschreven vorm is verricht. De conclusie zou dan moeten zijn dat het besluit nietig is, maar volgens art. 2:15 lid 1 sub c BW zijn besluiten in strijd met een reglement vernietigbaar. Is het besluit waarbij de stemmen niet op de reglementair voorgeschreven wijze werden uitgebracht nu nietig of vernietigbaar? Het wordt uit de wet en de toelichting, zie hierover hoofdstuk 5 § 5.5, niet duidelijk. Naar mijn mening zou, gebaseerd op de regel dat bijzondere voorschriften voor algemene gaan, de toepassing van art. 2:15 lid 1 sub c BW voorrang moeten hebben en neem ik daarom aan dat het besluit vernietigbaar is.
Op grond van de tekst van art. 2:15 lid 1 sub c BW wordt bij reglementen geen onderscheid gemaakt tussen gebreken in de totstandkoming of de inhoud van een besluit. In de memorie van toelichting, zie de in hoofdstuk 5 § 5.5 aangehaalde passage daaruit, werd verwezen naar de moeilijkheden die het voor de praktijk zou opleveren indien de wet voor de regeling van de nietigheid of vernietigbaarheid onderscheid zou maken naar gelang een reglement procedure dan wel inhoudelijke regels bevat. Die door de wetgever verwachte moeilijkheden hebben zich, voor zover ik heb kunnen nagaan, niet voorgedaan. Het argument dat het maken van onderscheid naar procedure en inhoudelijke regels bij reglementen in de praktijk tot moeilijkheden zou leiden vind ik niet heel sterk. Datzelfde zou immers ook voor statuten kunnen gelden en daar hebben die moeilijkheden zich niet voorgedaan. Veeleer liggen de problemen op een ander vlak. Het is namelijk niet duidelijk wat een reglement is en wat de status daarvan is.1 Dat heeft tot gevolg dat onduidelijk is hoe de huidige bepaling moet worden toegepast, zie bijvoorbeeld het hierboven gegeven voorbeeld van een stem in strijd met een reglementaire bepaling. Veel rechtspraak over besluiten in strijd met een reglement is er niet. Een eenvoudige oplossing zou kunnen zijn statuten en reglementen bij de toepassing van art. 2:14 en 15 BW gelijk te behandelen. Dat zou betekenen dat een besluit in strijd met een reglement nietig is (art. 2:14 lid 1) tenzij uit de wet iets anders voortvloeit. Een besluit in strijd met een reglement is op grond van art. 2:15 lid 1 vernietigbaar als het besluit genomen werd in strijd met een reglementair voorschrift dat de totstandkoming van besluiten regelt, art. 2:15 lid 1 BW. Aan art. 2:14 lid 1 en 15 lid 1 sub a BW zou dan het woord reglement respectievelijk reglementaire bepalingen moeten worden toegevoegd. Onderdeel c van art. 2:15 lid 1 BW kan dan geschrapt worden.