Einde inhoudsopgave
De goede procesorde (BPP nr. IV) 2006/3.4.1
3.4.1 Inleiding
Mr. V.C.A. Lindijer, datum 08-11-2006
- Datum
08-11-2006
- Auteur
Mr. V.C.A. Lindijer
- JCDI
JCDI:ADS379921:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Voetnoten
Voetnoten
Zo bijv. Van Hall in Van den Honert 1939, p. VJVI en Star Busmann/Rutten 1972, nr. 19.
Haardt 1972, p. 75; Ten Kate 1983, p. 71 en GJ. Scholten, annotatie bij HR 1 november 1974 (Nicolaye/Grooten), NJ 1975, 454: 'Men bedenke echter dat de regels van procesrecht geen spelregels voor advocaten zijn (spelregels zijn immers streng en onverbiddelijk), maar rechtsregels ten doel hebbend een rechtvaardige rechtsbedeling voor justiciabelen.'
W.H. Heemskerk 1971, p. 336.
Zie over o.m. het ontstaan van het begrip 'deformalisering' Funke 1982. Voorts Asser 2000, met verdere literatuurverwijzingen, i.h.b. p.12/13 en Asser/Vranken 1995, nrs. 30-35.
Knigge 1998, p. 167. Vgl. Ten Kate 1983, p. 71: 'De formele en daaruit voortvloeiende strakke benadering van deze regels wordt doorbroken en vervangen door een uitleg en toepassing gebaseerd op een meer materiële waardering van de waarborgen die de betrokken regels in het gegeven geval beogen te brengen.'
89. De wetgever heeft de wijze waarop een burgerlijk proces moet worden ingeleid nauwgezet geregeld. Zo moet het procesinleidend stuk aan bepaalde vereisten voldoen, dienen partijen bepaalde termijnen in acht te nemen en zullen zij zich tot de bevoegde rechter moeten richten. Worden deze voorschriften of termijnen niet in acht genomen, dan kan dat leiden tot de nietigheid van de verrichte handeling en niet-ontvankelijkheid van eiser. In het ergste geval brengt dat mee dat de toegang tot de rechter om een bepaalde aanspraak in rechte vastgesteld te krijgen definitief aan eiser wordt ontnomen.
Dat het verzuim van vormen in de weg staat aan een inhoudelijke berechting van een geschil, wordt sinds jaar en dag als onbevredigend ervaren. Lange tijd is daartegenover gesteld dat juist in de voorgeschreven vormen de bescherming ligt tegen rechterlijke willekeur en overrompeling van de ene partij door de andere en, daarmee, de waarborg van de rechtszekerheid.1 Sinds de jaren zeventig van de vorige eeuw is echter steeds meer gewicht gehecht aan de functie die het procesrecht heeft om de vaststelling en verwezenlijking van de aanspraken die voor eenieder uit het materiële recht voortkomen mogelijk te maken.2 De doorwerking van het inzicht in rechtspraak en wetgeving, dat de niet-naleving of gebrekkige naleving van processuele formaliteiten zo min mogelijk in de materiële rechten zou mogen ingrijpen3, wordt algemeen aangeduid als de 'deformalisering' van het procesrecht.4 Gevolg van dit deformaliseringsdenken is onder meer dat de mogelijkheden om vormverzuimen te herstellen en de nietigverklaring van verrichte proceshandelingen te voorkomen de afgelopen decennia zijn verruimd. Knigge heeft opgemerkt dat het zwaartepunt in de toetsing van het procesrechtelijk handelen meer en meer is verschoven van de rechtszekerheid en het openbare-ordekarakter van de vormvoorschriften en daarmee van de bestaanbaarheid van de proceshandeling, naar de beoogde gevolgen van die handeling, de ratio van het (geschonden) voorschrift en het in redelijkheid te beschermen belang van partijen.5
In het navolgende zal blijken dat in veel gevallen waarin de eisende of verzoekende partij heeft verzuimd de vormen in acht te nemen die zijn voorgeschreven voor de aanvang van een procedure, partijen en rechter zich nogal eens beroepen op de eisen van een goede procesorde of behoorlijke rechtspleging om te bepalen welke gevolgen het verzuim moet hebben. Omdat zowel bij het aanhangig maken van een vordering of het indienen van een verzoek in eerste aanleg als bij het instellen van een rechtsmiddel dezelfde soort vragen blijken te rijzen, komen ook uitspraken die betrekking hebben op de inleiding van de procedure in hoger beroep of cassatie in deze paragraaf aan bod. In hoofdstuk 6 zal nader worden ingegaan op enkele problemen die specifiek betrekking hebben op het instellen van rechtsmiddelen.