PJ 2018/41
Een melding van betalingsonmacht ter zake niet betaalde premies aan een verplicht Bpf veronderstelt bekendheid met de premieschuld welke moment het hof verbindt een verzenden van een premienota. De e-mail is echter geen rechtsgeldige mededeling van betalingsonmacht.
Hof Den Haag 23-01-2018, ECLI:NL:GHDHA:2018:19
- Instantie
Hof Den Haag
- Datum
23 januari 2018
- Magistraten
Mrs. M.J. van der Ven, J.M. van der Klooster, H. Vetter
- Zaaknummer
200.177.034
- Noot
Red. Aant.
- JCDI
JCDI:ADS928564:1
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Verbintenissenrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHDHA:2018:19, Uitspraak, Hof Den Haag, 23‑01‑2018
ECLI:NL:GHDHA:2017:1760, Uitspraak, Hof Den Haag, 04‑07‑2017
- Wetingang
Art. 23 Wet Bpf 2000; art. 2 lid 2 meldingsregeling Wet Bpf 2000
Essentie
Een melding van betalingsonmacht ter zake niet betaalde premies aan een verplicht Bpf veronderstelt bekendheid met de premieschuld welke moment het hof verbindt een verzenden van een premienota. De e-mail is echter geen rechtsgeldige mededeling van betalingsonmacht.
Samenvatting
Hoofdelijke bestuurdersaansprakelijkheid voor niet betaalde premies aan verplichtgesteld bedrijfstakpensioenfonds. Tijdige en juiste melding betalingsonmacht.
De termijn om melding te doen ontstaat volgens het hof pas na verzenden van een premienota: “Naar het hof impliceren de woorden ‘onverwijld nadat gebleken is dat het niet tot betaling in staat is’, wetenschap van het ontstaan zijn van een premieschuld. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.