Einde inhoudsopgave
RvdW 2022/1079
Diefstal van portemonnee uit strandtent, art. 310 Sr. Aanwezigheidsrecht. Kan uit afstandsverklaring, die niet door verdachte zelf is ondertekend en waarin reden voor weigering om aanwezig te zijn op zitting en afstandsverklaring te ondertekenen niet is ingevuld, worden afgeleid dat verdachte, die Nederlandse taal niet of onvoldoende beheerst en op dat moment uit anderen hoofde was gedetineerd, vrijwillig afstand heeft gedaan van zijn aanwezigheidsrecht in hoger beroep? HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 08-11-2022, ECLI:NL:HR:2022:1588
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
8 november 2022
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, M.J. Borgers, A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
21/02470
- Conclusie
A-G mr. D.J.M.W. Paridaens
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1588, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 08‑11‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:727, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑09‑2022
Essentie
Diefstal van portemonnee uit strandtent, art. 310 Sr. Aanwezigheidsrecht. Kan uit afstandsverklaring, die niet door verdachte zelf is ondertekend en waarin reden voor weigering om aanwezig te zijn op zitting en afstandsverklaring te ondertekenen niet is ingevuld, worden afgeleid dat verdachte, die Nederlandse taal niet of onvoldoende beheerst en op dat moment uit anderen hoofde was gedetineerd, vrijwillig afstand heeft gedaan van zijn aanwezigheidsrecht in hoger beroep? HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 21/02470
Datum 8 november 2022
ARREST
op het beroep in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.