Rb. Rotterdam, 18-10-2018, nr. 10/960053-18
ECLI:NL:RBROT:2018:9127
- Instantie
Rechtbank Rotterdam
- Datum
18-10-2018
- Zaaknummer
10/960053-18
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBROT:2018:9127, Uitspraak, Rechtbank Rotterdam, 18‑10‑2018; (Eerste aanleg - meervoudig)
Uitspraak 18‑10‑2018
Inhoudsindicatie
De verdachte is veroordeeld voor het samen met een ander proberen de voormalige werkgever KPN B.V. van die ander bitcoins afhandig te maken door meermalen te dreigen vertrouwelijke klantgegevens te publiceren. Taakstraf voor de duur van 120 uren, met aftrek en voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden. Verbeurdverklaring van de inbeslaggenomen goederen. Teruggave aan de verdachte van de inbeslaggenomen telefoons en bitcoins. Niet-ontvankelijk verklaring van de benadeelde partij nu niet vastgesteld kan worden of de vordering door een bevoegd persoon is ingediend.
Partij(en)
Rechtbank Rotterdam
Team straf 1
Parketnummer: 10/960053-18
Datum uitspraak: 18 oktober 2018
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats verdachte] ( [geboorteland verdachte] ) op [geboortedatum verdachte] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres verdachte] , [woonplaats verdachte] ,
raadsman mr. J. Bredius, advocaat te Zeist.
1. Onderzoek op de terechtzitting
Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 2 augustus 2018 en 4 oktober 2018.
2. Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.
3. Eis officier van justitie
De officier van justitie mr. C. Nij Bijvank heeft gevorderd:
- -
bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
- -
veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 2 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar;
- -
verbeurdverklaring van de inbeslaggenomen goederen (kort gezegd: gegevensdragers, bitcoins en andere goederen);
- -
opheffing van de schorsing van de voorlopige hechtenis van de verdachte.
4. Ontvankelijkheid officier van justitie
4.1.
Standpunt verdediging
Aangevoerd is dat de officier van justitie niet ontvankelijk is in haar vervolging, omdat er sprake is van een onbevoegd gedane klacht. Een bijzondere schriftelijke volmacht daartoe ontbreekt in het dossier.
4.2.
Beoordeling
De rechtbank verwerpt het verweer.
Artikel 318 van het Wetboek van Strafrecht is een klachtmisdrijf. Uit de aangifte/klacht d.d. 23 februari 2018 blijkt dat uitdrukkelijk is verzocht vervolging tegen de daders in te stellen ter zake het feit waarvan aangifte werd gedaan.
Uit de inhoud van de aangifte/klacht, bezien in combinatie met de functie van aangeefster/klaagster ( [naam functie] ) binnen Koninklijke PTT Nederland N.V., de bestuurder van KPN B.V. (hierna KPN), kan in vertrouwen worden afgeleid dat [naam 1] als vertegenwoordigster van KPN gerechtigd was om klacht te doen van dit strafbare feit. Hetgeen door de verdediging is gesteld, geeft de rechtbank geen aanleiding om aan de verklaring van [naam 1] te twijfelen dat zij door de raad van bestuur van Koninklijke PTT Nederland N.V. daartoe is aangewezen.
4.3.
Conclusie
De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.
5. Waardering van het bewijs
Bewezenverklaring
Het ten laste gelegde feit is door de verdachte bekend. De rechtbank is - anders dan de verdediging - van oordeel dat bewezen kan worden dat de verdachte zich meermalen (cursivering door de rechtbank) samen met een ander gedurende de periode van 27 november 2017 tot en met 20 februari 2018 schuldig heeft gemaakt aan het afdreigen van KPN. De rechtbank gaat daarbij uit van de op 27 november 2017, 23 december 2017, 15 januari 2018, 13 februari 2018 en 18 februari 2018 naar KPN verzonden afdreigberichten en de verklaring van de verdachte op de terechtzitting van 4 oktober 2018. Uit onder meer de afdreigberichten van 15 januari 2018 (bezien in samenhang met de website waarnaar verwezen wordt) en 13 februari 2018 valt af te leiden dat de klantgegevens van KPN openbaar worden gemaakt tenzij door KPN een hoeveelheid van 30 bitcoins wordt afgegeven. In de afdreigberichten wordt KPN door de verdachte steeds voor verdere instructies naar verschillende websites verwezen. Op deze websites staat vermeld dat als KPN niet binnen zeven dagen 30 bitcoins overmaakt een betaling van 100 bitcoins wordt geëist en dat de klantgegevens openbaar worden gemaakt. De rechtbank is van oordeel dat gelet op bovenstaande het meermalen afdreigen van KPN en ook de ten laste gelegde en door de verdediging betwiste ‘100’ bitcoins bewezen kunnen worden verklaard.
Het feit zal zonder verdere bespreking bewezen worden verklaard.
In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en nadien geen vrijspraak is bepleit. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
hij in de periode van 27 november 2017 tot en met 20 februari 2018, te Maassluis en Rotterdam en 's-Gravenhage, en Slowakije,
meermalen, telkens tezamen en in vereniging met een ander, ter uitvoering van het door verdachte en zijn medeverdachte voorgenomen
misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen, door bedreiging met openbaring van een geheim, KPN B.V. te dwingen tot de afgifte van 30 en 100 bitcoins, toebehorende aan die KPN B.V., immers heeft hij, verdachte en zijn medeverdachte, tegen die KPN B.V. via verschillende digitale boodschappen aangegeven dat een groep hackers, althans hij en zijn medeverdachte gestolen klantgegevens zou openbaren, indien niet binnen de gestelde termijn door KPN B.V. het genoemde virtuele geldbedrag zou worden overgemaakt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
6. Strafbaarheid feit
Het bewezen feit levert op:
medeplegen van afdreiging, meermalen gepleegd.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.
Het feit is dus strafbaar.
7. Strafbaarheid verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.
8. Motivering straffen
8.1.
Algemene overweging
De straffen die aan de verdachte worden opgelegd, zijn gegrond op de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte.
De verdachte heeft samen met de medeverdachte geprobeerd om de voormalige werkgever KPN B.V. (KPN) van de medeverdachte dertig bitcoins afhandig te maken door meermalen te dreigen vertrouwelijke klantgegevens te publiceren. De verdachte en de medeverdachte hebben in hun berichten aan KPN de druk opgevoerd en het virtuele geldbedrag verhoogd van dertig naar honderd bitcoins om KPN te bewegen aan hun eisen te voldoen. Zij zijn daarbij zeer berekenend te werk gegaan door onder meer gebruik te maken van een niet op naam gestelde mobiele telefoon, beveiligde programma’s, speciaal daartoe gecreëerde websites en versleutelde bestanden, teneinde hun identiteit verborgen te houden.
Dit is een ernstig feit en de verdachte heeft door zijn handelen, waaronder de door hem en de medeverdachte gewekte suggestie dat er sprake was van een door hackers ontdekt veiligheidslek, grote onrust veroorzaakt bij KPN, op grond waarvan KPN zich genoodzaakt heeft gezien uitvoerig onderzoek te doen. De verdachte heeft misbruik gemaakt van de wetenschap dat openbaarmaking van de informatie verstrekkende gevolgen voor de klanten van KPN zou hebben en KPN maatschappelijke geschade zou berokkenen. Op deze manier heeft de verdachte geprobeerd financieel voordeel te behalen. De rechtbank neemt het de verdachte kwalijk dat hij actief heeft meegedaan aan het plan van de medeverdachte en zich daar niet van heeft gedistantieerd.
Het is uitsluitend aan de inspanningen van zowel KPN als politie en justitie te danken dat de identiteit van de afdreigers is achterhaald, waardoor het bij een poging is gebleven.
8.2.
Straffen
Gezien de ernst van het feit vindt de rechtbank het opleggen van een gevangenisstraf passend. De rechtbank zal echter, anders dan door de officier van justitie is gevorderd, afzien van het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van langere duur dan de tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht.
De raadsman heeft verzocht om aan de verdachte een taakstraf voor de duur van 100 uren op te leggen. Daarvoor bestaat geen aanleiding omdat dit geen recht doet aan de ernst van het feit en de rol van de verdachte.
In het voordeel van de verdachte is gelet op zijn blanco strafblad en het rapport van 21 september 2018 dat Reclassering Nederland over de verdachte heeft opgemaakt. Daarnaast heeft de rechtbank er rekening mee gehouden dat er in deze zaak geen sprake is van een kwetsbaar slachtoffer. De rechtbank zal dan ook een taakstraf voor de duur van 120 uren met aftrek van voorarrest en een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden opleggen. Dit voorwaardelijk strafdeel dient er tevens toe de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straffen, waaronder de hieronder besproken verbeurdverklaringen, passend en geboden.
9. In beslag genomen voorwerpen
9.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de in beslag genomen goederen verbeurd te verklaren.
9.2.
Standpunt verdediging
De raadsman heeft verzocht de in beslag genomen goederen terug te geven aan de verdachte.
9.3.
Beoordeling
Afgezien van de 3 inbeslaggenomen mobiele telefoons en de inbeslaggenomen 0.04995296 bitcoin is het bewezen feit met behulp van deze voorwerpen begaan. Uit het dossier blijkt dat de mobiele telefoons geen relevante informatie bevatten voor het onderzoek. Ook van de bitcoin blijkt niet dat dit voldoet aan een van de in artikel 33a van het Wetboek van Strafrecht genoemde criteria. Deze goederen dienen te worden teruggegeven aan de verdachte, waarbij de 0.04995296 bitcoin dient te worden teruggeven naar de waarde in euro’s die het ten tijde van de inbeslagname vertegenwoordigde. De overige inbeslaggenomen goederen zullen worden verbeurd verklaard. Deze voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, zijn onder de verdachte in beslaggenomen. De voorwerpen behoren aan de verdachte toe.
10. Vordering benadeelde partij
KPN B.V.
Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd: KPN B.V. ter zake van het ten laste gelegde feit. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 95.439,20 aan materiële schade.
10.1.
Standpunt officier van justitie
Aangevoerd is dat de vordering van de benadeelde partij van € 95.439,20 kan worden toegewezen. [naam 2] is door KPN B.V. gevolmachtigd en heeft namens KPN B.V. de vordering ingediend. Daarmee is aan het vereiste dat er sprake moet zijn van een gevolmachtigd persoon voldaan.
10.2.
Standpunt verdediging
De vordering van de benadeelde partij dient niet-ontvankelijk te worden verklaard. Uit de stukken blijkt niet dat [naam 2] gemachtigd of bevoegd is om namens KPN B.V. de vordering in te dienen.
10.3.
Beoordeling
De vordering van de benadeelde partij KPN B.V. zal niet-ontvankelijk worden verklaard. De rechtbank kan op basis van de vordering van de benadeelde partij niet vaststellen of [naam 2] bevoegd is om namens KPN B.V. de vordering in te dienen. Nader onderzoek daarnaar zou een nadere behandeling vereisen en dat levert een onevenredige belasting van dit strafgeding op. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Nu de vordering van de benadeelde partij niet-ontvankelijk zal worden verklaard, zal de benadeelde partij worden veroordeeld in de kosten door de verdachte ter verdediging van de vordering gemaakt, welke kosten tot op heden worden begroot op nihil.
10.4.
Conclusie
In deze procedure wordt over de gevorderde schadevergoeding van KPN B.V. geen inhoudelijke beslissing genomen.
11. Toepasselijke wettelijke voorschriften
12. Bijlagen
De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.
13. Beslissing
De rechtbank:
verklaart de officier van justitie ontvankelijk in de vervolging;
verklaart bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert het hiervoor vermelde strafbare feit;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een taakstraf voor de duur van 120 (honderdtwintig) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf in mindering wordt gebracht volgens de maatstaf van twee uren per dag, zodat na deze aftrek 88 (achtentachtig) uren te verrichten taakstraf resteert;
beveelt dat, voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 44 (vierenveertig) dagen;
veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 (drie) maanden;
bepaalt dat deze gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechtbank later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van de proeftijd, die hierbij wordt gesteld op 2 (twee) jaren, na te melden voorwaarden overtreedt;
stelt als algemene voorwaarde:
- de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:- verklaart verbeurd als bijkomende straf:
2 1.00 STK Computer
ASUS [serie/typenummer 1]
Laptop [serie/typenummer 2]
3 1.00 STK Papier
[naam 3]
Klad met diverse woorden [naam 4]
6 1.00 STK Boek
[naam 5]
7 1.00 STK Papier
[naam 6]
Klad met code en password [naam code en password]
- gelast de teruggave aan verdachte van:
1. Geld Euro
-
398,85 euro = BTC 0.04995296
4 1.00 STK GSM zaktelefoon
HTC [serie/typenummer 3]
Mobiel telefoon [serie/typenummer 4]
5 1.00 STK GSM zaktelefoon
MICROSOFT [serie/typenummer 5]
Mobiel telefoon [serie/typenummer 6]
8 1.00 STK GSM zaktelefoon
[serie/typenummer 7]
Mobiel telefoon [serie/typenummer 8]
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte, die bij eerdere beslissing is geschorst;
verklaart de benadeelde partij KPN B.V. niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door de verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, en begroot deze kosten op nihil.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. A. Verweij, voorzitter,
en mrs. G.A. Bouter-Rijksen en J.C.A.M. Los, rechters,
in tegenwoordigheid van J. Spanner, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 18 oktober 2018.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat:
hij in of omstreeks de periode van 27 november 2017 tot en met 20 februari
2018, te Maassluis en/of Rotterdam en/of 's-Gravenhage, althans in Nederland
en/of te Slowakije,
meermalen, althans eenmaal (telkens)
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen
ter uitvoering van het door verdachte en zijn medeverdachte voorgenomen
misdrijf om
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen, door
bedreiging met smaad en/of smaadschrift en/of openbaring van een geheim, KPN
B.V. te dwingen tot de afgifte van 30 en/of 100 bitcoins, althans enig
(virtueel) geldbedrag, geheel of ten dele toebehorende aan die KPN, althans
aan een ander dan aan verdachte(n),
immers heeft hij, verdachte en/of zijn medeverdachte(n), tegen die KPN B.V.
via verschillende digitale boodschappen aangegeven dat een groep hackers,
althans hij en/of zijn medeverdachte(n) (gestolen) klantgegevens zou
openbaren, indien niet binnen de gestelde termijn door KPN B.V. het genoemde
(virtuele) geldbedrag zou worden overgemaakt,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.