Einde inhoudsopgave
RvdW 2022/265
Art. 81 lid 1 RO. Verbintenissenrecht. Ongerechtvaardigde verrijking. Door kaveleigenaar verschuldigde bijdrage na opzegging van lidmaatschap van vereniging van kaveleigenaren.
HR 25-02-2022, ECLI:NL:HR:2022:327
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
25 februari 2022
- Magistraten
Mrs. C.H. Sieburgh, A.E.B. ter Heide, S.J. Schaafsma, G.C. Makkink
- Zaaknummer
20/02101
- Conclusie
A-G mr. E.B. Rank-Berenschot
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Goederenrecht / Genotsrechten
Verbintenissenrecht / Overige verbintenissen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:327, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 25‑02‑2022
ECLI:NL:PHR:2021:817, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑09‑2021
Essentie
Art. 81 lid 1 RO. Verbintenissenrecht. Ongerechtvaardigde verrijking. Door kaveleigenaar verschuldigde bijdrage na opzegging van lidmaatschap van vereniging van kaveleigenaren.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDENCIVIELE KAMER
Nummer​ 20/02101
Datum ​ 25 februari 2022
ARREST
In de zaak van
eiser],wonende te [woonplaats],
EISER tot cassatie,
hierna: [eiser],
advocaat: B.I. Kraaipoel,
tegen
[de vereniging],gevestigd te [vestigingsplaats],
VERWEERSTER in cassatie,
hierna: [de vereniging],
advocaat: M.W. Scheltema.
Conclusie
Conclusie A-G mr. E.B. Rank-Berenschot:
1. Feiten en procesverloop
1.1
In cassatie kan worden uitgegaan van de volgende feiten:1.
(i) [eiser] is eigenaar van drie kavels, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.