Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2019/1111 betreffende de bevoegdheid, de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in huwelijkszaken en inzake de ouderlijke verantwoordelijkheid, en betreffende internationale kinderontvoering
Artikel 48 Rectificatie en intrekking van het certificaat
Geldend
Geldend vanaf 22-07-2019
- Bronpublicatie:
25-06-2019, PbEU 2019, L 178 (uitgifte: 02-07-2019, regelingnummer: 2019/1111)
- Inwerkingtreding
22-07-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-06-2019, PbEU 2019, L 178 (uitgifte: 02-07-2019, regelingnummer: 2019/1111)
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Europees burgerlijk procesrecht
Personen- en familierecht / Europees personen- en familierecht
Personen- en familierecht / Familieprocesrecht
Personen- en familierecht / Gezag en omgang
Internationaal privaatrecht / Internationaal bevoegdheidsrecht
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
1.
Het gerecht van de lidstaat van herkomst, zoals overeenkomstig artikel 103 ter kennis van de Commissie gebracht, rectificeert op verzoek, of eventueel op eigen initiatief, het certificaat indien er, ten gevolge van een materiële fout of weglating, een discrepantie bestaat tussen de beslissing en het certificaat.
2.
Op verzoek of op eigen initiatief, trekt het in lid 1 van dit artikel bedoelde gerecht het certificaat in indien het, gelet op de vereisten van artikel 47, ten onrechte werd afgegeven. Artikel 49 is van overeenkomstige toepassing.
3.
De procedure, inclusief rechtsmiddelen, ter verbetering of intrekking van het certificaat wordt beheerst door het recht van de lidstaat van herkomst.