Einde inhoudsopgave
Europees Verdrag betreffende de overdracht van strafvervolging
Artikel 28
Geldend
Geldend vanaf 30-03-1978
- Bronpublicatie:
15-05-1972, Trb. 1973, 84 (uitgifte: 05-06-1973, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
30-03-1978
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
02-05-1985, Trb. 1985, 65 (uitgifte: 01-01-1985, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Overdracht en overname strafvervolging
Internationaal privaatrecht / Internationaal erkennings- en executierecht
Zodra de aangezochte Staat een verzoek tot strafvervolging heeft ontvangen, vergezeld van de in artikel 15, eerste lid, bedoelde documenten, is hij bevoegd alle voorlopige maatregelen te treffen, met inbegrip van het in voorlopige hechtenis stellen van de verdachte en de inbeslagneming, die krachtens zijn wet zouden mogen worden toegepast, indien het strafbare feit waarvoor strafvervolging is verzocht, op zijn grondgebied zou zijn gepleegd.