RVR 2012/102
Huurovereenkomst woonruimte. Ontbinding. Is huurder in beginsel vanaf het moment van het ter beschikking stellen van het gehuurde huurbetaling verschuldigd of vanaf het moment van het geschikt zijn voor bewoning?
HR 10-08-2012, ECLI:NL:HR:2012:BW5357
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10 augustus 2012
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, J.C. van Oven, C.A. Streefkerk, W.D.H. Asser, A.H.T. Heisterkamp
- Zaaknummer
11/01121
- Conclusie
A-G mr. J.L.R.A. Huydecoper
- LJN
BW5357
- JCDI
JCDI:ADS912309:1
- Vakgebied(en)
Huurrecht / Algemeen
Huurrecht / Huur van woonruimte
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2012:BW5357, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑08‑2012
ECLI:NL:HR:2012:BW5357, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑08‑2012
Beroepschrift, Hoge Raad, 14‑12‑2010
- Wetingang
Essentie
Huurovereenkomst woonruimte. Ontbinding.
Is huurder in beginsel vanaf het moment van het ter beschikking stellen van het gehuurde huurbetaling verschuldigd of vanaf het moment van het geschikt zijn voor bewoning?
Samenvatting
Verhuurder is eigenares van een pand in Amsterdam. De bovenverdiepingen van dit pand (hierna: het gehuurde) zijn verhuurd aan huurder. Bij het aangaan van de huurovereenkomst was het gehuurde niet geschikt voor bewoning. Om die reden zijn verhuurder en huurder overeengekomen dat verhuurder de buitenkant van het pand, inclusief de fundering, zou herstellen en dat huurder de binnenkant voor zijn rekening zou nemen. Verhuurder heeft het herstel ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.