V-N 2022/21.30.6
Nederlandse wetgeving van toepassing op Rijnvarenden bij onvoldoende bewijs over plaats werkzaamheden
HR 22-04-2022, ECLI:NL:HR:2022:652
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 april 2022
- Zaaknummer
21/02361
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Internationale sociale zekerheid / Verzekeringsplicht
Internationale sociale zekerheid / Bijzondere onderwerpen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:652, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑04‑2022
- Wetingang
Essentie
De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de Svb bij gebrek aan objectief verifieerbare verdere informatie de wetgeving van Nederland en niet die van Liechtenstein voorlopig op de Rijnvarenden van toepassing mocht verklaren. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
Samenvatting
X AG uit Liechtenstein verzoekt de Svb om te bevestigen dat op haar in Nederland wonende Rijnvarenden de socialezekerheidswetgeving van Liechtenstein van toepassing is. Omdat X AG en de Rijnvarenden volgens de Svb tekort schieten in het verstrekken van informatie aan de hand waarvan ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.