RvdW 2019/46
IPR. Arbeidsovereenkomst bij internationaal wegvervoer. Uitleg van Detacheringsrichtlijn. Vrij verkeer van diensten (art. 56 VWEU). Prejudiciële vraagstelling aan het HvJ EU.
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 november 2018
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.H.T. Heisterkamp, M.V. Polak, C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
17/03685
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsmarktbeleid en -bemiddeling
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Vervoersrecht / Wegvervoer
Arbeidsrecht / Collectief arbeidsrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1430, Uitspraak, Hoge Raad, 14‑10‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:348, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 08‑04‑2022
ECLI:NL:HR:2018:2322, Uitspraak, Hoge Raad, 14‑12‑2018
ECLI:NL:HR:2018:2174, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑11‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:943, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 07‑09‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑09‑2017
Essentie
IPR. Arbeidsovereenkomst bij internationaal wegvervoer. Uitleg van Detacheringsrichtlijn. Vrij verkeer van diensten (art. 56 VWEU). Prejudiciële vraagstelling aan het HvJ EU.
Partij(en)
Federatie Nederlandse Vakbeweging, rechtsopvolgster van FNV Bondgenoten, gevestigd te Utrecht, eiseres tot cassatie, verweerster in het voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep, hierna FNV, adv.: mr. S.F. Sagel,
tegen
- 1.
[verweerster 1] ,
- 2.
[verweerster 2] ,
- 3.
de vennootschap naar vreemd recht Silo-Tank KFT, te Székesfehérvar, Hongarije,
verweersters in cassatie, eiseressen in het voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep, hierna gezamenlijk [verweerster c.s.], adv.: mr. R.A.A. Duk.