Voor zover hieronder niet anders vermeld, zijn de in de hierna volgende voetnoten vermelde dossierpagina's afkomstig uit het ambtsedig proces-verbaal van de Regiopolitie Limburg-Noord, district Venlo, basiseenheid Tegelen, dossiernummer PL2321/08-004019, met doorgenummerde dossierpagina's 1 – 39.
HR, 14-06-2011, nr. 09/02933
ECLI:NL:HR:2011:BQ3216
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
14-06-2011
- Zaaknummer
09/02933
- Conclusie
Mr. Silvis
- LJN
BQ3216
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2011:BQ3216, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 14‑06‑2011; (Cassatie)
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2011:BQ3216
ECLI:NL:PHR:2011:BQ3216, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑04‑2011
Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2011:BQ3216
- Vindplaatsen
Uitspraak 14‑06‑2011
Inhoudsindicatie
Falende bewijsklacht. Uit ’s Hofs vaststelling dat verdachte het slachtoffer bij de keel heeft gegrepen en meerdere seconden bij de keel heeft vastgehouden en dat zich op die plaats kwetsbare en vitale weke delen van de hals bevinden kan worden afgeleid dat “sprake is geweest van het raken van kwetsbare en vitale delen van de hals”.
14 juni 2011
Strafkamer
nr. 09/02933
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 10 juli 2009, nummer 20/003742-08, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1952, wonende te [woonplaats].
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. A.C.J. Lina, advocaat te Venlo, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Silvis heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en tot terugwijzing van de zaak naar het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch teneinde op het bestaande hoger beroep opnieuw recht te doen.
2. Beoordeling van het middel
2.1. Het middel klaagt dat "uit de bewijsmiddelen in het geheel niet [blijkt] dat er in concreto sprake is geweest van het raken van kwetsbare en vitale delen van de hals".
2.2.1. Het Hof heeft ten laste van de verdachte onder 1 bewezenverklaard dat:
"hij op 29 juni 2008 te Tegelen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een persoon genaamd [slachtoffer], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet de keel van genoemde [slachtoffer] heeft dicht geknepen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid."
2.2.2. Met betrekking tot de bewezenverklaring heeft het Hof - met inbegrip van hier niet opgenomen voetnoten - het volgende overwogen:
"Vaststaande feiten
Op 29 juni 2008 is in de woning van [slachtoffer] te Tegelen tussen verdachte en [slachtoffer] ruzie ontstaan, waarbij verdachte op enig moment [slachtoffer] bij de keel heeft gegrepen. Nadat verdachte [slachtoffer] meerdere seconden bij de keel had vastgehouden, liet hij los.
Bijzondere overwegingen omtrent het bewijs
A. Ten aanzien van het onder 1 primair ten laste gelegde is door de verdediging vrijspraak bepleit. Daartoe is aangevoerd dat verdachte slechts één hand kon gebruiken bij het dichtknijpen van de keel van [slachtoffer] en dat het niet mogelijk is om iemand op die manier zwaar lichamelijk letsel toe te brengen. Voorts is aangevoerd dat verdachte handelde uit frustratie en niet de opzet heeft gehad om [slachtoffer] zwaar lichamelijk letsel toe te brengen.
Het hof overweegt dat het gedurende meerdere seconden dichtknijpen van iemands keel - daargelaten of dit nu met één hand of met twee handen gebeurt - in zijn algemeenheid een aanmerkelijke kans met zich meebrengt dat ten gevolge daarvan zwaar lichamelijk letsel wordt toegebracht. Immers op die plaats bevinden zich kwetsbare en vitale weke delen van de hals. Door zo te handelen heeft verdachte willens en wetens deze aanmerkelijke kans aanvaard dat deze vitale delen beschadigd zouden worden waardoor zwaar lichamelijk letsel het gevolg had kunnen zijn. Deze omstandigheden, in onderlinge samenhang bezien, constitueren naar het oordeel van het hof het opzet van verdachte op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel. Daaraan doet niet af dat verdachtes handelen kennelijk werd ingegeven door zijn frustraties.
Het hof is derhalve van oordeel dat het dichtknijpen van de keel van [slachtoffer] door verdachte zoals daarvan blijkt uit de gebezigde bewijsmiddelen de poging tot zware mishandeling oplevert als hierna bewezenverklaard.
Mitsdien wordt het verweer van de raadsvrouw verworpen."
2.3. Het Hof heeft vastgesteld dat de verdachte [slachtoffer] bij de keel heeft gegrepen en meerdere seconden bij de keel heeft vastgehouden en dat zich op die plaats kwetsbare en vitale weke delen van de hals bevinden. Hieruit kan worden afgeleid dat "sprake is geweest van het raken van kwetsbare en vitale delen van de hals".
Het middel faalt derhalve.
3. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J. de Hullu en M.A. Loth, in bijzijn van de waarnemend griffier S.C. Rusche, en uitgesproken op 14 juni 2011.
Conclusie 12‑04‑2011
Mr. Silvis
Partij(en)
Conclusie inzake:
[Verdachte]
1.
Verdachte is bij arrest van 10 juli 2009 door het gerechtshof te 's‑Hertogenbosch wegens 1. ‘Poging tot zware mishandeling’ en 2. ‘Bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht’ veroordeeld tot een taakstraf bestaande uit een werkstraf van 80 uren, subsidiair 40 dagen hechtenis.
2.
Namens verdachte heeft mr. A.C.J. Lina, advocaat te Venlo, een middel van cassatie voorgesteld.
3.
Het middel klaagt dat de onder 1 bewezenverklaarde poging tot zware mishandeling niet uit de gebezigde bewijsmiddelen kan volgen en dat 's hofs motivering dienaangaande onbegrijpelijk is.
4.
Het hof heeft onder 1 ten laste van verdachte bewezenverklaard dat:
‘hij op 29 juni 2008 te Tegelen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een persoon genaamd [slachtoffer], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet de keel van genoemde [slachtoffer] heeft dicht geknepen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;’
5.
Het hof heeft deze bewezenverklaring in zijn arrest als volgt gemotiveerd (incl. noten):
‘Bewijsmotivering1.
Vaststaande feiten
Op 29 juni 2008 is in de woning van [slachtoffer] te Tegelen tussen verdachte en [slachtoffer] ruzie ontstaan, waarbij verdachte op enig moment [slachtoffer] bij de keel heeft gegrepen. Nadat verdachte [slachtoffer] meerdere seconden bij de keel had vastgehouden, liet hij los.2.3.4.
Bijzondere overwegingen omtrent het bewijs
- A.
Ten aanzien van het onder 1 primair ten laste gelegde is door de verdediging vrijspraak bepleit. Daartoe is aangevoerd dat verdachte slechts één hand kon gebruiken bij het dichtknijpen van de keel van [slachtoffer] en dat het niet mogelijk is om iemand op die manier zwaar lichamelijk letsel toe te brengen. Voorts is aangevoerd dat verdachte handelde uit frustratie en niet de opzet heeft gehad om [slachtoffer] zwaar lichamelijk letsel toe te brengen.
Het hof overweegt dat het gedurende meerdere seconden dichtknijpen van iemands keel — daargelaten of dit nu met één hand of met twee handen gebeurt — in zijn algemeenheid een aanmerkelijke kans met zich meebrengt dat ten gevolge daarvan zwaar lichamelijk letsel wordt toegebracht. Immers op die plaats bevinden zich kwetsbare en vitale weke delen van de hals. Door zo te handelen heeft verdachte willens en wetens deze aanmerkelijke kans aanvaard dat deze vitale delen beschadigd zouden worden waardoor zwaar lichamelijk letsel het gevolg had kunnen zijn. Deze omstandigheden, in onderlinge samenhang bezien, constitueren naar het oordeel van het hof het opzet van verdachte op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel. Daaraan doet niet af dat verdachtes handelen kennelijk werd ingegeven door zijn frustraties.
Het hof is derhalve van oordeel dat het dichtknijpen van de keel van [slachtoffer] door verdachte zoals daarvan blijkt uit de gebezigde bewijsmiddelen de poging tot zware mishandeling oplevert als hierna bewezenverklaard.
Mitsdien wordt het verweer van de raadsvrouw verworpen.’
6.
Uit de door het hof gebezigde bewijsmiddelen, waaronder de verklaring van verdachte, kan volgen dat verdachte het slachtoffer bij de keel heeft gepakt, dat hij haar keel vervolgens een paar seconden heeft dichtgeknepen (dossierpagina's 20, 28 en 33), en dat het slachtoffer daardoor geen adem meer kreeg (dossierpagina 20 en 33). Voorts kan volgen uit de bewijsmiddelen dat de verbalisant die met het slachtoffer sprak zag dat haar huid rondom haar adamsappel blauwe drukplekken had, en dat het slachtoffer voordeed hoe verdachte haar keel rond de adamsappel had dichtgeknepen (dossierpagina 20).
7.
In aanmerking genomen dat uit de bewijsmiddelen kan volgen dat verdachte de keel van het slachtoffer bij haar adamsappel heeft dichtgeknepen en dat verdachte daardoor gedurende een paar seconden geen adem meer kreeg, is 's hofs oordeel dat verdachte willens en wetens de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat hij met zijn actie vitale delen in de hals zou beschadigen waardoor zwaar lichamelijk letsel het gevolg zou kunnen zijn, niet onbegrijpelijk.
8.
De grief in de toelichting op het middel dat er van het slachtoffer geen informatie is over het letsel dat zij heeft opgelopen, miskent niet alleen dat er bij een poging tot zware mishandeling geen sprake hoeft te zijn van letsel, doch tevens dat uit de bewijsmiddelen kan volgen dat het slachtoffer heeft verklaard dat zij gedurende de seconden dat verdachte haar keel dichtkneep niet kon ademen. Daaruit kan tevens volgen dat verdachte een tamelijk vitaal deel van de hals heeft dichtgeknepen. De opmerking dat niet blijkt waar precies verdachte de keel van het slachtoffer heeft dichtgeknepen, miskent ten slotte dat uit de bewijsmiddelen blijkt dat de huid van het slachtoffer rondom de adamsappel blauwe drukplekken vertoonde en dat het slachtoffer bij de verbalisant voordeed hoe verdachte haar keel rond de adamsappel had dichtgeknepen.
9.
Naar de bewijsmiddelen is door het hof verwezen, maar de redengevende inhoud van de bewijsmiddelen is als zodanig niet in het arrest opgenomen. Indien de klacht zo wordt begrepen dat de bewezenverklaarde poging tot zware mishandeling niet uit de in het arrest weergegeven inhoud van de gebezigde bewijsmiddelen kan volgen, slaagt het.
10.
Het middel slaagt.
11.
Gronden waarop de Hoge Raad gebruik zou moeten maken van zijn bevoegdheid de bestreden uitspraak ambtshalve te vernietigen heb ik niet aangetroffen.
12.
Deze conclusie strekt tot vernietiging van het arrest en tot terugwijzing naar het Gerechtshof te 's‑Hertogenbosch teneinde op het bestaande hoger beroep opnieuw recht te doen.
De Procureur-Generaal bij de Hoge Raad der Nederlanden
AG
Voetnoten
Voetnoten Conclusie 12‑04‑2011