NJB 2016/2184
Toepassing maatstaven conform HR 2 december 2014, ECLI:NL:HR:2014:3474, NJ 2015/390 en 24 maart 2015, ECLI:NL:HR:2015:716: in casu biedt de bewijsvoering onvoldoende grond voor het oordeel dat de verdachte zo nauw en bewust met een ander heeft samengewerkt dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal uit een woning met braak in vereniging, aangezien wat betreft de rol van de verdachte uit de bewijsvoering niet meer worden afgeleid dan dat hij buiten op wacht heeft gestaan voor het keukenraam van die woning, dat hij met de medeverdachte uit de voortuin van die woning is gelopen en dat hij met de medeverdachte van die woning is weggelopen.
HR 15-11-2016, ECLI:NL:HR:2016:2588
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
15 november 2016
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, H.A.G. Splinter-van Kan, Y. Buruma
- Zaaknummer
15/01000
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:2588, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 15‑11‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:1059, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑09‑2016
- Wetingang
(art. 47 Sr)
Essentie
Toepassing maatstaven conform HR 2 december 2014, ECLI:NL:HR:2014:3474, NJ 2015/390 en 24 maart 2015, ECLI:NL:HR:2015:716: in casu biedt de bewijsvoering onvoldoende grond voor het oordeel dat de verdachte zo nauw en bewust met een ander heeft samengewerkt dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal uit een woning met braak in vereniging, aangezien wat betreft de rol van de verdachte uit de bewijsvoering niet meer worden afgeleid dan dat hij buiten op wacht heeft gestaan voor het keukenraam van die woning, dat hij met de medeverdachte uit de voortuin van die woning is gelopen en dat hij ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.