RAR 2019/64
Transitievergoeding. Blijft de transitievergoeding verschuldigd na herstel van de arbeidsovereenkomst?
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
25 januari 2019
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.H.T. Heisterkamp, M.V. Polak, C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
18/00255
- Conclusie
A-G mr. R.H. de Bock
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS46527:1
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:80, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 25‑01‑2019
ECLI:NL:PHR:2018:1274, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑10‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 17‑01‑2018
- Wetingang
Art. 7:673, 7:682 lid 6, 7:683 lid 3 en 4 BW
Essentie
Herstel arbeidsovereenkomst. Transitievergoeding.
Kan de rechter de arbeidsovereenkomst zelf herstellen? Blijft de transitievergoeding verschuldigd na herstel van de arbeidsovereenkomst? Hoe moet worden omgegaan met een onderbreking van meer dan zes maanden?
Samenvatting
Op verzoek van Amsta heeft de kantonrechter de arbeidsovereenkomst ontbonden wegens disfunctioneren per 1 januari 2017, onder toekenning van een transitievergoeding. Het hof heeft de beschikking van de kantonrechter vernietigd en Amsta veroordeeld tot herstel van de arbeidsovereenkomst per 1 november 2017, zonder voorzieningen te treffen voor de tussenliggende periode. Het hof heeft voorts overwogen ervan uit te gaan dat de werknemer de transitievergoeding aan de ...