Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 655/2014 tot vaststelling procedure betreffende het Europees bevel tot conservatoir beslag op bankrekeningen om grensoverschrijdende inning van schuldvorderingen in burgerlijke en handelszaken te vergemakkelijken
Artikel 28 Betekening of kennisgeving aan de schuldenaar
Geldend
Geldend vanaf 17-07-2014
- Redactionele toelichting
Gecorrigeerd via rectificaties (PbEU 2014, L 331 en PbEU 2019, L 252).
- Bronpublicatie:
15-05-2014, PbEU 2014, L 189 (uitgifte: 27-06-2014, regelingnummer: 655/2014)
- Inwerkingtreding
17-07-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-05-2014, PbEU 2014, L 189 (uitgifte: 27-06-2014, regelingnummer: 655/2014)
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Beslag en executie
1.
Van het bevel tot conservatoir beslag, de andere in lid 5 van dit artikel bedoelde stukken, en de in artikel 25 bedoelde verklaring geschiedt overeenkomstig het onderhavige artikel betekening of kennisgeving aan de schuldenaar.
2.
Indien de schuldenaar in de lidstaat van herkomst woont, geschiedt de betekening of kennisgeving volgens het recht van die lidstaat. De betekening of kennisgeving geschiedt, afhankelijk van de voorschriften in de lidstaat van herkomst, op initiatief van het uitvaardigende gerecht of de schuldeiser, uiterlijk op de derde werkdag volgend op de dag van ontvangst van de in artikel 25 bedoelde verklaring waaruit de beslaglegging blijk.
3.
Indien de schuldenaar zijn woonplaats in een andere lidstaat dan de lidstaat van herkomst heeft, zendt het gerecht of de schuldeiser, dat of die volgens de voorschriften van de lidstaat van herkomst het initiatief tot de betekening of kennisgeving heeft, uiterlijk op de derde werkdag na ontvangst van de in artikel 25 bedoelde verklaring waaruit de beslaglegging blijkt, de in lid 1 van dit artikel bedoelde stukken overeenkomstig artikel 29 toe aan de bevoegde instantie van de lidstaat waar de schuldenaar zijn woonplaats heeft. Deze instantie doet onverwijld het nodige om, overeenkomstig het recht van de lidstaat waar de schuldenaar zijn woon- of verblijfplaats heeft, de betekening of kennisgeving aan de schuldenaar te laten verrichten.
Indien de lidstaat waar de schuldenaar zijn woonplaats heeft de enige lidstaat van tenuitvoerlegging is, worden de in lid 5 van dit artikel bedoelde stukken aan de bevoegde instantie van die lidstaat toegezonden op het tijdstip van toezending van het bevel overeenkomstig artikel 23, lid 3. In dat geval gaat de bevoegde instantie van de lidstaat van tenuitvoerlegging, uiterlijk op de derde werkdag na ontvangst of afgifte van de in artikel 25 bedoelde verklaring waaruit de beslaglegging blijkt, over tot de betekening of kennisgeving van alle in lid 1 van dit artikel bedoelde stukken.
De bevoegde instantie stelt het uitvaardigende gerecht of de schuldeiser, afhankelijk van wie haar de stukken heeft toegezonden, in kennis van het resultaat van de betekening of kennisgeving.
4.
Indien de schuldenaar zijn woonplaats heeft in een derde staat, vindt de betekening of kennisgeving plaats overeenkomstig de voorschriften betreffende internationale betekening of kennisgeving die in de lidstaat van herkomst van toepassing zijn.
5.
Aan de schuldenaar geschiedt betekening of kennisgeving van de volgende stukken, waar nodig vergezeld van een vertaling of transliteratie overeenkomstig artikel 49, lid 1:
- a)
het bevel tot conservatoir beslag, met behulp van de delen A en B van het in artikel 19, leden 2 en 3, bedoelde formulier;
- b)
het door de schuldeiser bij het gerecht ingediende verzoek om het bevel tot conservatoir beslag;
- c)
een afschrift van alle stukken die de schuldeiser ter verkrijging van het bevel bij het gerecht heeft ingediend.
6.
Indien het bevel tot conservatoir beslag meer dan één bank betreft, geschiedt betekening of kennisgeving overeenkomstig dit artikel uitsluitend van de eerste in artikel 25 bedoelde verklaring waaruit de beslaglegging blijkt. Alle latere verklaringen in de zin van artikel 25 worden de schuldenaar onverwijld ter kennis gebracht.