Einde inhoudsopgave
Reglement van orde van de Europese Centrale Bank
Artikel 13 nonies Vaststelling van besluiten ter uitoefening van de in artikel 5 van Verordening (EU) nr. 1024/2013 vermelde taken
Geldend
Geldend vanaf 24-01-2014
- Bronpublicatie:
22-01-2014, PbEU 2014, L 95 (uitgifte: 29-03-2014, regelingnummer: ECB/2014/1 2014/179/EU)
- Inwerkingtreding
24-01-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-01-2014, PbEU 2014, L 95 (uitgifte: 29-03-2014, regelingnummer: ECB/2014/1 2014/179/EU)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Instituties
Accounting (V)
13 nonies.1.
Indien een nationale bevoegde autoriteit of nationale aangewezen autoriteit de ECB in kennis stelt van zijn voornemen om kapitaalbuffervereisten toe te passen of andere maatregelen voor het bestrijden van systeemrisico’s of macroprudentiële risico’s op basis van artikel 5, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1024/2013, wordt deze kennisgeving, na ontvangst door de secretaris van de Raad van toezicht, onverwijld toegezonden aan de Raad van bestuur en de Raad van toezicht. De Raad van bestuur beslist binnen drie werkdagen omtrent de kwestie op basis van een door de Raad van toezicht opgesteld voorstel dat is gebaseerd op het initiatief en waarin rekening wordt gehouden met de input van het betrokken comité en de betreffende interne structuur. Indien de Raad van bestuur bezwaar maakt tegen de aangekondigde maatregel, zal zij haar redenen daarvoor schriftelijk toelichten aan de nationale bevoegde autoriteit of nationale aangewezen autoriteit binnen vijf werkdagen na de kennisgeving aan de ECB.
13 nonies.2.
Indien de Raad van bestuur, op basis van een door de Raad van toezicht opgesteld voorstel dat is gebaseerd op het initiatief en waarin rekening wordt gehouden met de input van het betrokken comité en de betreffende interne structuur, voornemens is strengere kapitaalbuffervereisten op te leggen of strengere maatregelen wil toepassen ter bestrijding van systeemrisico’s of macroprudentiële risico’s krachtens artikel 5, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1024/2013, zal deze intentie ten minste tien werkdagen voor het nemen van een dergelijk besluit gemeld worden aan de betreffende nationale bevoegde autoriteit of nationale aangewezen autoriteit. Indien een nationale bevoegde autoriteit of nationale aangewezen autoriteit de ECB binnen vijf werkdagen na ontvangst van de melding schriftelijk in kennis stelt van zijn met redenen onderbouwd bezwaar, wordt dit bezwaar, na ontvangst door de secretaris van de Raad van toezicht, onverwijld toegezonden aan de Raad van bestuur en de Raad van toezicht. De Raad van bestuur neemt een besluit omtrent deze kwestie op basis van een door de Raad van toezicht opgesteld voorstel dat is gebaseerd op het initiatief en waarin rekening wordt gehouden met de input van het betrokken comité en de betreffende interne structuur. Dit besluit wordt toegezonden aan de nationale bevoegde autoriteit of nationale aangewezen autoriteit.
13 nonies.3.
De Raad van bestuur is gerechtigd voorstellen van de Raad van toezicht in de zin van artikel 13 nonies.1en artikel 13 nonies.2 te ondersteunen, hier bezwaar tegen te maken of te wijzigen. De Raad van bestuur is ook gerechtigd de Raad van toezicht te verzoeken een voorstel in te dienen in de zin van artikel 13 nonies.1 en artikel 13 nonies.2 of een specifiek onderzoek te doen. Indien de Raad van toezicht geen voorstellen indient naar aanleiding van een dergelijk verzoek, kan de Raad van bestuur met inachtneming van de input van het betrokken comité en de betreffende interne structuur een besluit nemen bij ontstentenis van een voorstel van de Raad van toezicht.