HR, 08-03-2024, nr. 23/03211
ECLI:NL:HR:2024:332
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
08-03-2024
- Zaaknummer
23/03211
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2024:332, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑03‑2024; (Cassatie, Artikel 80a RO-zaken)
In cassatie op: ECLI:NL:GHAMS:2023:1599
- Vindplaatsen
NDFR Nieuws 2024/417
NTFR 2024/492
Uitspraak 08‑03‑2024
Inhoudsindicatie
HR verklaart het beroep in cassatie n-o met toepassing van art. 80a RO.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
BELASTINGKAMER
Nummer 23/03211
Datum 8 maart 2024
ARREST
in de zaak van
[X] C.V. (hierna: belanghebbende)
tegen
de STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN,
vertegenwoordigd door [P],
op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 20 juni 2023, nr. 22/002351., op het hoger beroep van belanghebbende en het incidentele hoger beroep van de Ontvanger tegen een uitspraak van de Rechtbank NoordHolland (nr. HAA 20/2052 V) betreffende een door belanghebbende gedaan verzoek om een veroordeling in de proceskosten.
1. Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie
De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het Hof beoordeeld. De procureur-generaal bij de Hoge Raad heeft de gelegenheid gekregen een advies uit te brengen.
De Hoge Raad is tot het oordeel gekomen dat het cassatieberoep duidelijk niet kan slagen. Hij zal daarom gebruikmaken van de mogelijkheid om het beroep zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren (zie artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie).
2. Proceskosten
De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.
3. Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J.A.R. van Eijsden als voorzitter, en de raadsheren J. Wortel en A.E.H. van der Voort Maarschalk, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 8 maart 2024.
Voetnoten
Voetnoten Uitspraak 08‑03‑2024