Uitvoeringsregeling strategische goederen 2012
Artikel 6
Geldend
Geldend vanaf 01-05-2016
- Bronpublicatie:
19-04-2016, Stcrt. 2016, 21039 (uitgifte: 25-04-2016, regelingnummer: MinBuZa.2016)
- Inwerkingtreding
01-05-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-04-2016, Stcrt. 2016, 21039 (uitgifte: 25-04-2016, regelingnummer: MinBuZa.2016)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Vrij verkeer
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Douane (V)
1.
De melding, bedoeld in artikel 10 van het besluit wordt schriftelijk gedaan door de beschikkingsbevoegde, door degene die voor hem de douaneformaliteiten verricht, of, indien geen douaneformaliteiten worden verricht, door de persoon die de goederen vervoert en vindt plaats bij de inspecteur.
2.
De melding bevat in ieder geval:
- a.
het land van bestemming;
- b.
de naam van de ontvanger van de militaire goederen;
- c.
een omschrijving van de militaire goederen waarop de melding betrekking heeft, met inbegrip van het postnummer waarmee de desbetreffende goederen zijn aangeduid in de gemeenschappelijke EU-lijst van militaire goederen, de merken en nummers, het aantal en de soort van de colli, of, voor onverpakte goederen, het aantal voorwerpen;
- d.
het land waar de militaire goederen zich op het moment van de melding bevinden.
3.
De inspecteur kan een persoon die gehouden is om meldingen te doen, schriftelijk toestemming geven de melding anders dan schriftelijk te doen.
4.
De melding wordt gedaan uiterlijk op het moment van binnenkomst op het grondgebied van Nederland.
5.
Als melding inzake de doorvoer door Nederland als bedoeld in het eerste lid gelden, mits voorzien van de bij het tweede lid, onder c en d, bedoelde gegevens:
- a.
een aanvraag ter verkrijging van een consent tot binnenkomen als bedoeld in artikel 14 van de Wet wapens en munitie
- b.
een summiere aangifte bij binnenkomst als bedoeld in artikel 127 van verordening 952/2013.
6.
Een consent tot binnenkomen en uitgaan als bedoeld in artikel 14, eerste lid, van de Wet wapens en munitie geldt als een individuele doorvoervergunning als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van het besluit, indien de doorvoerzending niet is bestemd voor commerciële doeleinden.