Einde inhoudsopgave
Regeling betreffende aanvragen op grond van de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000
Artikel 4 Aanvraag tot intrekking van de verplichtstelling
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2021
- Bronpublicatie:
15-12-2020, Stcrt. 2020, 67393 (uitgifte: 23-12-2020, regelingnummer: 2020-000017224)
- Inwerkingtreding
01-01-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-12-2020, Stcrt. 2020, 67393 (uitgifte: 23-12-2020, regelingnummer: 2020-000017224)
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Sociale zekerheid ouderen / Pensioen
1.
De aanvragen tot intrekking van de verplichtstelling, bedoeld in artikel 11, tweede en derde lid, van de wet, bevatten:
- a.
een vermelding van de organisaties die om intrekking van de verplichtstelling vragen, en
- b.
een toelichting op de aanvraag tot intrekking van de verplichtstelling;
- c.
een opgave van:
- 1°
het aantal werkgevers dat lid is van de bij de aanvraag tot intrekking van de verplichtstelling betrokken werkgeversorganisatie(s) en onderscheidenlijk het aantal werkgevers in de bedrijfstak waarop de aanvraag tot intrekking van de verplichtstelling betrekking heeft als mede
- 2°
het aantal werknemers in dienst van werkgevers die lid zijn van de bij de aanvraag tot intrekking van de verplichtstelling betrokken werkgeversorganisatie(s) en onderscheidenlijk het aantal werknemers werkzaam bij werkgevers in de bedrijfstak waarop de aanvraag tot intrekking van de verplichtstelling betrekking heeft;
- d.
een toelichting op de wijze van de verzameling van de representativiteitsgegevens, die in ieder geval het volgende bevat:
- 1°
een opgave van de gebruikte bronnen voor de aantallen werkgevers en werknemers zoals genoemd onder onderdeel c, onder 1° en 2°.
- 2°
een opgave van de gehanteerde onderzoeksmethode;
- 3°
een opgave van de wijze van meting;
- 4°
een opgave van de peildatum of de periode waarop de cijfers betrekking hebben;
- 5°
een toelichting waaruit blijkt dat de grenzen van het domein waarover de gegevens zijn verzameld gerelateerd zijn aan de werkingssfeer van het bedrijfstakpensioenfonds of dat deel van het bedrijfstakpensioenfonds waarop de aanvraag tot intrekking van de verplichtstelling betrekking heeft. Daarbij dient ook duidelijk te zijn dat in de werkingssfeer van het bedrijfstakpensioenfonds uitgesloten categorieën werknemers in de tellingen buiten beschouwing zijn gelaten.
2.
Onverminderd het eerste lid bevat de aanvraag tot intrekking van de verplichtstelling voor een deel van de bedrijfstak, bedoeld in artikel 11, derde lid, van de wet, tevens:
- a.
een digitale tekst van de integrale omschrijving van de gewenste werkingssfeer van de verplichtstelling zoals deze zou komen te luiden na de gewenste intrekking van de verplichtstelling voor een deel van de bedrijfstak, waarbij gebruik is gemaakt van algemeen gebruikte programmatuur; en
- b.
een actuariële berekening waaruit de financiële gevolgen van de gedeeltelijke intrekking voor het bedrijfstakpensioenfonds blijken.