Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2022/922 betreffende de instelling en de werking van een evaluatie- en toezichtmechanisme voor de controle op de toepassing van het Schengenacquis, en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1053/2013
Artikel 25 Verslag aan het Europees Parlement en de Raad
Geldend
Geldend vanaf 05-07-2022
- Bronpublicatie:
09-06-2022, PbEU 2022, L 160 (uitgifte: 15-06-2022, regelingnummer: 2022/922)
- Inwerkingtreding
05-07-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
09-06-2022, PbEU 2022, L 160 (uitgifte: 15-06-2022, regelingnummer: 2022/922)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Internationaal publiekrecht / Vrij verkeer
Vreemdelingenrecht / Grensbewaking
De Commissie dient jaarlijks bij het Europees Parlement en de Raad een uitvoerig verslag in over de evaluaties die op grond van deze verordening tijdens het voorgaande jaar zijn verricht. Dat verslag wordt openbaar gemaakt.
Het in de eerste alinea bedoelde verslag bevat informatie over de in het voorgaande jaar verrichte evaluaties, over het functioneren van de pool van deskundigen, met inbegrip van de beschikbaarheid van deskundigen van de lidstaten, over de uit die evaluaties getrokken conclusies en over de stand van zaken betreffende de corrigerende maatregelen die de lidstaten hebben genomen. In dat verslag worden, op basis van de resultaten van de op grond van deze verordening uitgevoerde evaluatie- en toezichtactiviteiten, gemeenschappelijke kwesties in kaart gebracht en beste praktijken en innovatieve oplossingen uitgewisseld, één en ander teneinde de uitvoering van het Schengenacquis te verbeteren. In het verslag wordt rekening gehouden met synergieën met andere toezichtinstrumenten en -mechanismen om het bewustzijn over de werking van het gebied zonder binnengrenstoezicht te vergroten.
De Commissie dient het in de eerste alinea bedoelde verslag onverwijld in bij de nationale parlementen. De Raad bespreekt het verslag, rekening houdend met de bijdrage van de evaluaties aan de werking van het gebied zonder binnengrenstoezicht.
De Commissie stelt het Europees Parlement en de Raad ten minste tweemaal per jaar in kennis van de stand van zaken betreffende de uitvoering van de door de lidstaten opgestelde actieplannen. De Commissie verstrekt met name informatie over haar evaluaties inzake de toereikendheid van actieplannen en over de resultaten van nieuwe bezoeken en controlebezoeken, alsook haar opmerkingen indien zij van oordeel is dat er een aanzienlijk gebrek aan vooruitgang is geweest bij de uitvoering van een actieplan.