Einde inhoudsopgave
Wet fiscale arbitrage
Artikel 1.1
Geldend
Geldend vanaf 16-07-2019
- Bronpublicatie:
10-07-2019, Stb. 2019, 261 (uitgifte: 15-07-2019, kamerstukken: 35110)
- Inwerkingtreding
16-07-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-07-2019, Stb. 2019, 261 (uitgifte: 15-07-2019, kamerstukken: 35110)
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
1.
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt, voor zover nodig in afwijking van de Algemene wet bestuursrecht, verstaan onder:
andere bevoegde autoriteit: de autoriteit van een andere betrokken lidstaat of de autoriteiten van andere betrokken lidstaten die als zodanig door de andere betrokken lidstaat is, onderscheidenlijk de andere betrokken lidstaten zijn, aangewezen;
arbitrageverdrag van de Unie:Verdrag ter afschaffing van dubbele belasting in geval van winstcorrecties tussen verbonden ondernemingen;
belanghebbende: elke persoon die een fiscaal ingezetene is van een lidstaat en voor wiens belastingheffing het geschilpunt rechtstreekse gevolgen heeft;
belastingwet: belastingwet als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel a, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen;
bevoegde autoriteit: de autoriteit van een lidstaat die als zodanig door de betrokken lidstaat is aangewezen;
dubbele belasting: de heffing van belastingen die vallen onder een overeenkomst of verdrag die voorzien in de afschaffing van dubbele belasting op inkomsten of vermogen door twee of meer lidstaten op dezelfde belastbare inkomsten of hetzelfde belastbare vermogen wanneer zulks aanleiding geeft tot een additionele belastingheffing, een toename van de belastingverplichtingen of de annulering of vermindering van verliezen die met belastbare winst kunnen worden verrekend;
geschilpunt: een kwestie die aanleiding geeft tot een geschil tussen Nederland en een andere lidstaat of andere lidstaten van de Europese Unie over de uitleg of toepassing van overeenkomsten en bilaterale belastingverdragen die voorzien in de afschaffing van dubbele belasting op inkomsten of vermogen of over de uitleg of toepassing van het arbitrageverdrag van de Europese Unie;
indienen van een klacht: het gebruikmaken van de ingevolge deze wet en Richtlijn 2017/1852/EU bestaande bevoegdheid van de belanghebbende om beslechting te verzoeken van een geschilpunt;
inspecteur: de functionaris die als zodanig bij ministeriële regeling is aangewezen;
klacht: een verzoek van de belanghebbende tot beslechting van een geschilpunt;
lidstaat: lidstaat van de Europese Unie;
Onze Minister: Onze Minister van Financiën;
procedure voor onderling overleg: overleg tussen Onze Minister en de andere bevoegde autoriteit om tot beslechting van het geschilpunt te komen;
Richtlijn 2013/34/EU:Richtlijn 2013/34/EU van het Europees Parlement en van de Raad van 26 juni 2013 betreffende de jaarlijkse financiële overzichten, geconsolideerde financiële overzichten en aanverwante verslagen van bepaalde ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijnen 78/660/EEG en 83/349/EEG van de Raad (PbEU 2013, L 182);
Richtlijn 2017/1852/EU:Richtlijn 2017/1852/EU van de Raad van 10 oktober 2017 betreffende mechanismen ter beslechting van belastinggeschillen in de Europese Unie (PbEU 2017, L 265);
voorzieningenrechter van de rechtbank: de voorzieningenrechter, bedoeld in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.
2.
Tenzij de context anders vereist, hebben termen die in deze wet niet worden gedefinieerd de betekenis die zij op dat ogenblik hebben uit hoofde van de betrokken overeenkomsten of verdragen die voorzien in de afschaffing van dubbele belasting op inkomsten en waar van toepassing op vermogen en die van toepassing zijn op de dag van ontvangst door de belanghebbende van de eerste kennisgeving van de handeling die heeft geleid of zal leiden tot een geschilpunt. Bij gebreke van een definitie uit hoofde van dergelijke overeenkomsten of verdragen hebben termen de betekenis krachtens Nederlandse belastingwetten waarop genoemde overeenkomsten of verdragen van toepassing zijn, die gelden op de dag van ontvangst door de belanghebbende van de eerste kennisgeving van de handeling die heeft geleid of zal leiden tot een geschilpunt. Betekenis krachtens Nederlandse toepasselijke belastingwetten heeft voorrang op een betekenis die krachtens andere wetten aan de term wordt gegeven.
3.
Op deze wet is de Algemene termijnenwet niet van toepassing.