RvdW 2020/994:Bescherming van de consument. Consumentenovereenkomsten. Hypothecaire leningen. Oneerlijke bedingen. Beding dat alle hypothecaire vestigings‑ en doorhalingskosten bij de kredietnemer legt. Gevolgen van de nietigverklaring van die bedingen. Bevoegdheden van de nationale rechter met betrekking tot een als ,oneerlijk’ gekwalificeerd beding. Kostenverdeling. Toepassing van nationale bepalingen van aanvullend recht. Beoordeling van het oneerlijke karakter van contractuele bedingen. Uitsluiting van bedingen over het eigenlijke voorwerp van de overeenkomst of de gelijkwaardigheid van de prijs of vergoeding. Voorwaarde. Verplichting om contractuele bedingen duidelijk en begrijpelijk te formuleren. Kosten. Verjaring. Doeltreffendheidsbeginsel.