NJ 1999, 425
Landinrichtingwet / heffing landinrichtingsrente / lijst geldelijke regelingen gesloten ook al was niet omtrent alle geschillen betreffende die lijst beslist / het aangevoerde belang bij latere sluiting is geen ruilverkavelingsbelang
HR 30-10-1996, ECLI:NL:PHR:1996:AA1744, m.nt. P.C.E. van Wijmen
- Instantie
Hoge Raad (Belastingkamer)
- Datum
30 oktober 1996
- Magistraten
Stoffer, Urlings, Zuurmond, Fleers, Beukenhorst
- Zaaknummer
30638
- Conclusie
A-G Moltmaker
- Noot
P.C.E. van Wijmen
- LJN
AA1744
- JCDI
JCDI:ADS64864:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Ruimtelijk bestuursrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1996:AA1744, Uitspraak, Hoge Raad, 30‑10‑1996
ECLI:NL:PHR:1996:AA1744, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑10‑1996
- Wetingang
Essentie
Landinrichtingswet. Heffing van landinrichtingsrente. Lijst der geldelijke regelingen gesloten ook al was niet omtrent alle geschillen betreffende die lijst beslist. Het aangevoerde belang bij latere sluiting is geen ruilverkavelingsbelang.
Samenvatting
In aanmerking genomen dat de lijst der geldelijke regelingen — wat betreft de kosten van landinrichting voor zover die moeten worden gedragen door de gezamenlijke eigenaren — ertoe strekt dat als sluitstuk van een ruilverkaveling ten aanzien van ieder van de eigenaren komt vast te staan voor welk bedrag aan kosten van landinrichting die eigenaar in de omslag bedoeld in art. 223 lid 1 Landinrichtingswet wordt ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.