NJB 2018/1775
Er bestaat een onderscheid tussen art. 3 EVRM en het begrip ‘ernstige schade’ uit de Kwalificatierichtlijn, waardoor, gezien de in art. 29 lid 1 VW 2000 opgenomen limitatieve opsomming van gronden voor verlening van een verblijfsvergunning asiel, een betoog over een schending van art. 3 EVRM bij uitzetting onder omstandigheden niet bij de beoordeling van een asielaanvraag kan worden betrokken
ABRvS 24-08-2018, ECLI:NL:RVS:2018:2815
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
24 augustus 2018
- Magistraten
Mrs. Verheij, Troostwijk, Van der Wiel
- Zaaknummer
201806190/1/V3
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
EU-recht / Algemeen
Vreemdelingenrecht / Algemeen
Vreemdelingenrecht / Verblijf
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2018:2815, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 24‑08‑2018
- Wetingang
Essentie
Er bestaat een onderscheid tussen art. 3 EVRM en het begrip ‘ernstige schade’ uit de Kwalificatierichtlijn, waardoor, gezien de in art. 29 lid 1 VW 2000 opgenomen limitatieve opsomming van gronden voor verlening van een verblijfsvergunning asiel, een betoog over een schending van art. 3 EVRM bij uitzetting onder omstandigheden niet bij de beoordeling van een asielaanvraag kan worden betrokken
Partij(en)
Uitspraak op de hoger beroepen van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid en [de vreemdelingen], appellanten, tegen de uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Utrecht, van 19 juli 2018 in 18/4807 en 18/4808 in het geding ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.