Einde inhoudsopgave
Wet maatregelen huurwoningmarkt Caribisch Nederland
Artikel 1.16
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2021
- Redactionele toelichting
In werking getreden voor het openbaar lichaam Bonaire.
- Bronpublicatie:
19-04-2017, Stb. 2017, 189 (uitgifte: 12-05-2017, kamerstukken: 34523)
- Inwerkingtreding
01-04-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-03-2021, Stb. 2021, 163 (uitgifte: 31-03-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Veiligheid en Justitie
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Alternatieve geschillenbeslechting
Huurrecht / Huur van woonruimte
Huurrecht / Huurprijzen
1.
In geval van een verzoek als bedoeld in artikel 7a:1603f van het Burgerlijk Wetboek BES doet de huurcommissie uitspraak omtrent de redelijkheid van de huurprijsverhoging die is vermeld in het daaraan ten grondslag liggende voorstel. De huurcommissie spreekt uit welke huurprijsverhoging zij redelijk acht, in welk geval zij tevens aangeeft tot welke huurprijs die huurprijsverhoging leidt, dan wel dat zij een huurprijsverhoging niet redelijk acht.
2.
De huurcommissie vermeldt in de uitspraak de datum van ingang van de huurprijsverhoging, zijnde de in het eerste lid bedoelde voorstel vermelde datum van ingang, dan wel een latere datum indien de wet dat voorschrijft.
3.
De huurcommissie toetst het voorstel tot huurprijsverhoging aan het krachtens artikel 1.13, derde lid, geldende maximale huurverhogingspercentage.
4.
Bij de beoordeling van de kwaliteit van de woonruimte worden voorzieningen die de huurder onverplicht voor eigen rekening heeft aangebracht en waardoor het woongerief geacht kan worden te zijn gestegen, buiten beschouwing gelaten.
5.
De huurcommissie toetst het voorstel tot huurprijsverhoging indien de huurprijs, vermeerderd met de voorgestelde huurprijsverhoging, de maximale huurprijsgrens zou kunnen overschrijden, tevens aan de krachtens artikel 1.13, eerste lid, gegevens regels.
6.
De huurcommissie beoordeelt de redelijkheid van de wijziging van de huurprijs naar de toestand op het tijdstip van de in het voorstel tot verhoging van de huurprijs genoemde ingangsdatum.