V-N 2018/9.12
Opnieuw prejudiciële vragen over gevolgen Duitse mini-jobs voor sociale zekerheid
HR 02-02-2018, ECLI:NL:HR:2018:126, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
2 februari 2018
- Magistraten
Koopman, Fierstra, Groeneveld, Wortel, Beukers-van Dooren
- Zaaknummer
16/03746, 16/03747, 16,03748
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS928277:1
- Vakgebied(en)
Internationale sociale zekerheid / Kinderbijslag
Internationale sociale zekerheid / Premieheffing
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:19, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑01‑2020
ECLI:NL:HR:2018:126, Uitspraak, Hoge Raad, 02‑02‑2018
ECLI:NL:HR:2018:127, Uitspraak, Hoge Raad, 02‑02‑2018
ECLI:NL:PHR:2017:222, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 16‑03‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑09‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑09‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑09‑2016
- Wetingang
art. 6a lid b AOW; art. 12 en 24 BUB 1999; art. 45 en 48 VWEU; art. 13 lid 1 en 2 onderdeel a en art. 17 Verordening (EEG) nr. 1408/71; art. 11 lid 1 en 3 onderdeel a en art. 16 Verordening (EEG) nr. 883/2004
Essentie
De Hoge Raad stelt prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie EU over de gevolgen van Duitse mini-jobs. De Hoge Raad wil onder andere weten of het in strijd is met het EU-recht dat een ingezetene van Nederland niet verzekerd is voor de Nederlandse volksverzekeringen, als hij in een andere lidstaat werkt en is onderworpen aan de socialezekerheidswetgeving van de werkstaat.
Samenvatting
Mevrouw Giesen en de heer Van den Berg hebben de Nederlandse nationaliteit en wonen in Nederland. Mevrouw Giesen heeft in het verleden als oproepkracht een zogenoemde mini-job uitgeoefend in Duitsland zonder tegelijkertijd in Nederland te werken. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.