NJ 2008, 472
HvJ EG, 14-12-2006, nr. C-283/05: ASML
HvJ EG 14-12-2006, ECLI:EU:C:2006:787, m.nt. P. Vlas (ASML)
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
- Datum
14 december 2006
- Magistraten
P. Jann, K. Lenaerts, J. N. Cunha Rodrigues, M. Ilešic en E. Levits
- Zaaknummer
C-283/05
- Conclusie
A-G Léger
- Noot
P. Vlas
- LJN
AZ6794
- Roepnaam
ASML
- JCDI
JCDI:ADS154744:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Europees burgerlijk procesrecht
Internationaal privaatrecht / Internationaal erkennings- en executierecht
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2006:787, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 14‑12‑2006
ECLI:EU:C:2006:617, Conclusie, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 28‑09‑2006
- Wetingang
EEX-Verordening art. 34 sub 2
Essentie
Verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens art. 68 en 234 EG-Verdrag, ingediend door het Oberste Gerichtshof (Oostenrijk) bij beslissing van 30 juni 2005.
Rechterlijke bevoegdheid, erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken. Art. 34 sub 2 EEX-Verordening. Bij verstek gegeven beslissing. Weigeringsgrond. Begrip verweerder tegen wie verstek werd verleend en die ‘in staat’ was daartegen een rechtsmiddel aan te wenden. Beslissing niet betekend of medegedeeld.
Samenvatting
Art. 34 sub 2 EEX-Verordening moet aldus worden uitgelegd dat een verweerder alleen ‘in staat’ is om een rechtsmiddel aan te wenden ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.