NJ 2006, 27
Behoud van rechten van werknemers bij overgang van onderneming. Rechten en verplichtingen welke voor vervreemder voortvloeien uit op tijdstip van overgang bestaande arbeidsovereenkomst of arbeidsverhouding. Begrip, tijdstip van overgang.
HvJ EG 26-05-2005, ECLI:EU:C:2005:321, m.nt. M.R. Mok
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
- Datum
26 mei 2005
- Magistraten
Mrs. N. Colneric, E. Juhász, E. Levits
- Zaaknummer
C-478/03
- Conclusie
A‑G Poiares Maduro
- Noot
M.R. Mok
- LJN
AU1739
- JCDI
JCDI:ADS158809:1
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2005:321, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 26‑05‑2005
ECLI:EU:C:2005:66, Conclusie, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 27‑01‑2005
- Wetingang
Richtlijn nr. 77/187/EEG-Verdrag art. 3 lid 1
Essentie
Zaak C-478/03, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door het House of Lords (Verenigd Koninkrijk) bij beslissing van 10 november 2003.
Behoud van rechten van werknemers bij overgang van onderneming. Rechten en verplichtingen welke voor vervreemder voortvloeien uit op tijdstip van overgang bestaande arbeidsovereenkomst of arbeidsverhouding. Begrip, tijdstip van overgang.
Samenvatting
Artikel 3, lid 1, van richtlijn 77/187/EEG inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende het behoud van de rechten van de werknemers bij overgang van ondernemingen, vestigingen of onderdelen daarvan, moet aldus worden uitgelegd dat het tijdstip ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.