NJ 2007, 416
HvJ EG, 10-04-2003, nr. C-437/00
HvJ EG 10-04-2003, ECLI:EU:C:2003:219, m.nt. P. Vlas
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
- Datum
10 april 2003
- Magistraten
D. A. O. Edward, A. La Pergola, P. Jann, S. von Bahr, A. Rosas
- Zaaknummer
C-437/00
- Conclusie
A-G F.G. Jacobs
- Noot
P. Vlas
- LJN
AO3195
- JCDI
JCDI:ADS154730:1
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht (V)
Internationaal privaatrecht (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2003:219, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 10‑04‑2003
ECLI:EU:C:2002:511, Conclusie, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 19‑09‑2002
- Wetingang
EEX-Verdrag art. 5 sub 1
Essentie
Art. 5 sub 1 EEX-Verdrag. Gerecht van de plaats van uitvoering van verbintenis uit overeenkomst. Arbeidsovereenkomst. Plaats waar werknemer gewoonlijk zijn arbeid verricht. Eerste overeenkomst die plaats van arbeid in een verdragsluitende staat aanwijst. Tweede overeenkomst die onder verwijzing naar eerste overeenkomst is gesloten en ingevolge welke de werknemer zijn arbeid in andere verdragsluitende staat verricht. Opschorting van eerste overeenkomst tijdens uitvoering van tweede overeenkomst.
Samenvatting
1. Art. 5 sub 1 EEX-Verdrag (zoals gewijzigd) moet aldus worden uitgelegd, dat in een geschil tussen een werknemer en een eerste werkgever de plaats waar de werknemer zijn ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.