Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake het wegverkeer
Artikel 29 Voertuigen die zich op rails voortbewegen
Geldend
Geldend vanaf 21-05-1977
- Bronpublicatie:
08-11-1968, Trb. 1974, 35 (uitgifte: 15-03-1974, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
21-05-1977
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-02-1997, Trb. 1997, 25 (uitgifte: 01-01-1997, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
Verkeersrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Daar waar een spoor- of tramweg gebruik maakt van een rijbaan dient elke weggebruiker bij het naderen van een tram of van een ander voertuig dat zich op rails voortbeweegt, de spoor- of trambaan zo snel mogelijk te verlaten ten einde het voertuig dat zich op rails voortbeweegt te laten passeren.
2.
De Verdragsluitende Partijen of onderdelen daarvan kunnen, voor het verkeer van op rails rijdende voertuigen op de weg en voor het passeren en inhalen van dergelijke voertuigen, speciale regels aannemen die verschillen van die welke in dit hoofdstuk zijn vastgelegd. De Verdragsluitende Partijen of onderdelen daarvan kunnen echter geen bepalingen vaststellen die in strijd zijn met die van artikel 18, zevende lid, van dit Verdrag.