NJ 2019/381
1. Voor de toepasselijkheid van art. 404 lid 2 onder a Sv is de tenlastelegging bepalend. 2. Onjuist oordeel dat het bewezenverklaarde strafbaar is als misdrijf, nu het een hoeveelheid hennep van niet meer dan 30 gram betreft.
HR 10-09-2019, ECLI:NL:HR:2019:1311
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
10 september 2019
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, J.C.A.M. Claassens, A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
18/00969
- Conclusie
A-G mr. A.E. Harteveld
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS88913:1
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1311, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 10‑09‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:467, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑06‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 22‑06‑2018
- Wetingang
Art. 404 lid 2 onder a Sv; art. 3 onder C, art. 11, 13 Opiumwet
Essentie
1. Voor de vraag of sprake is van een in art. 404 lid 2 onder a Sv bedoelde uitzondering op de mogelijkheid van de verdachte om hoger beroep in te stellen, is de tenlastelegging bepalend. 2. Onjuist oordeel dat het bewezenverklaarde handelen een misdrijf is, nu het een hoeveelheid hennep van niet meer dan 30 gram betreft.
Samenvatting
Ad 1. De opvatting dat voor de toepasselijkheid van art. 404 lid 2 onder a Sv bepalend is wat door de rechtbank is bewezenverklaard, is niet juist. Voor het antwoord op de vraag of sprake is ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.