Einde inhoudsopgave
Wet bevordering eigenwoningbezit
Artikel 6 Omschrijving recht
Geldend
Geldend vanaf 13-06-2008
- Bronpublicatie:
29-05-2008, Stb. 2008, 198 (uitgifte: 01-01-2008, kamerstukken: 31247)
- Inwerkingtreding
13-06-2008
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-05-2008, Stb. 2008, 198 (uitgifte: 01-01-2008, kamerstukken: 31247)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Financiën
- Vakgebied(en)
Goederenrecht / Bijzondere onderwerpen
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Volkshuisvesting en wonen / Bijzondere onderwerpen
1.
Als aan deze wet wordt voldaan, kent Onze Minister, ter tegemoetkoming in de kosten van het in eigendom verkrijgen en vervolgens kunnen blijven bewonen van een woning, op aanvraag aan de eigenaar-bewoner:
- a.
drie maal een eigenwoningbijdrage toe over drie achtereenvolgende vijfjaarstijdvakken, en vervolgens
- b.
een maal een eigenwoningbijdrage toe over ten hoogste de 15 bijdragejaren die direct volgen op het derde vijfjaarstijdvak, overeenkomstig hoofdstuk 5.
2.
Ten aanzien van een bepaalde eigenaar-bewoner kan slechts één maal van een primaire toekenning sprake zijn.
3.
Een eigenwoningbijdrage wordt slechts toegekend ten behoeve van het in eigendom verkrijgen en vervolgens kunnen blijven bewonen van een woning.
4.
Titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht is, met uitzondering van afdeling 4.2.2 van die titel, niet van toepassing op eigenwoningbijdragen krachtens deze wet.
5.
De hoofdstukken 2 en 3 van deze wet zijn uitsluitend van toepassing op eigenwoningbijdragen als bedoeld in het eerste lid, onder a, tenzij hoofdstuk 5 van deze wet anders bepaalt.
6.
Bij ministeriële regeling:
- a.
kan een bedrag worden vastgesteld, dat gedurende een kalenderjaar ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van eigenwoningbijdragen krachtens deze wet,
- b.
kan worden bepaald dat, indien een zodanig bedrag in een kalenderjaar niet geheel aan die verstrekking wordt besteed, het niet bestede bedrag wordt toegevoegd aan het bedrag voor het direct daaropvolgende kalenderjaar, en
- c.
kunnen nadere regels worden gesteld omtrent de loting van gelijktijdig ingediende aanvragen om toekenning van een eigenwoningbijdrage.
Onze Minister maakt het voor het einde van een kalenderjaar geheel aan die verstrekking besteed zijn van het bedrag voor dat kalenderjaar onverwijld bekend in de Staatscourant.