Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2021/1057 tot oprichting van het Europees Sociaal Fonds Plus (ESF+) en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1296/2013
Artikel 19 Beginselen
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2021
- Bronpublicatie:
24-06-2021, PbEU 2021, L 231 (uitgifte: 30-06-2021, regelingnummer: 2021/1057)
- Inwerkingtreding
01-07-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-06-2021, PbEU 2021, L 231 (uitgifte: 30-06-2021, regelingnummer: 2021/1057)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Financiering
Sociale zekerheid algemeen / Bijzondere onderwerpen
1.
De ESF+-steun ter bestrijding van materiële deprivatie mag alleen worden gebruikt ter ondersteuning van de verdeling van voedsel en goederen die beantwoorden aan het Unierecht inzake de veiligheid van consumentenproducten.
2.
De lidstaten en de begunstigden kiezen de voedselhulp en/of de materiële basishulp op grond van objectieve criteria die verband houden met de behoeften van de meest behoeftige personen. Bij de selectiecriteria voor voedsel, en in voorkomend geval voor goederen, wordt ook rekening gehouden met klimaatgerelateerde en milieuaspecten, vooral met het oog op minder voedselverspilling en minder kunststoffen voor eenmalig gebruik. In voorkomend geval wordt bij de keuze van het te verdelen soort voedsel rekening gehouden met de bijdrage van het voedsel aan een evenwichtig dieet van de meest behoeftige personen.
De voedselhulp en/of de materiële basishulp kunnen direct aan de meest behoeftige personen worden verstrekt of indirect, bijvoorbeeld door middel van vouchers of kaarten in elektronische of andere vorm, op voorwaarde dat ze uitsluitend kunnen worden ingeruild voor voedselhulp en/of materiële basishulp. De steun voor de meest behoeftige personen komt bovenop alle sociale uitkeringen die door de nationale socialezekerheidsstelsels of het nationale recht aan eindontvangers kunnen worden verstrekt.
Het voedsel voor de meest behoeftige personen kan worden verkregen uit het gebruik, de verwerking of de verkoop van producten die zijn afgezet overeenkomstig artikel 16, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad (1), mits dit de economisch gunstigste optie is en de levering van het voedsel aan de meest behoeftige personen hierdoor niet onnodig wordt vertraagd.
Uit een dergelijke transactie afkomstige hoeveelheden worden gebruikt ten behoeve van de meest behoeftige personen, bovenop de hoeveelheden waarover het programma reeds beschikt.
3.
De Commissie en de lidstaten zorgen ervoor dat bij de hulp in het kader van de ESF+-steun ter bestrijding van materiële deprivatie de waardigheid van de meest behoeftige personen wordt geëerbiedigd en zij niet worden gestigmatiseerd.
4.
De lidstaten vullen de verstrekking van voedselhulp en/of materiële basishulp aan met begeleidende maatregelen zoals een heroriëntatie naar bevoegde diensten in het kader van de in artikel 4, lid 1, punt m), uiteengezette specifieke doelstelling of door de sociale integratie van de meest behoeftige personen te bevorderen in het kader van de in artikel 4, lid 1, punt l), uiteengezette specifieke doelstelling.
Voetnoten
Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671).