NJ 2020/187
Verzoek om aangeefster te horen ontoereikend gemotiveerd verworpen.
HR 17-03-2020, ECLI:NL:HR:2020:446, m.nt. W.H. Vellinga
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
17 maart 2020
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, M.J. Borgers, J.C.A.M. Claassens
- Zaaknummer
19/02464
- Conclusie
A-G mr. F.W. Bleichrodt
- Noot
W.H. Vellinga
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS200593:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:446, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 17‑03‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:64, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑01‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 30‑09‑2019
- Wetingang
Essentie
Verzoek om aangeefster van verkrachting te horen ontoereikend gemotiveerd verworpen.
Samenvatting
De verdediging had verzocht de ten tijde van de tenlastegelegde poging tot verkrachting 13-jarige aangeefster, die functioneerde op het niveau van een 9-jarige, te horen. Het hof had dat verzoek afgewezen omdat de door de verdediging op voorhand geformuleerde, aan de aangeefster te stellen vragen punten betreffen die al aan de orde waren geweest in het studioverhoor, dat die vragen ten dele niet door aangeefster konden worden beantwoord en voor het overige ‘elke relevantie missen’. Dit oordeel is niet zonder meer begrijpelijk, nu niet is vastgesteld dat de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.