RFR 2012/104
Familieprocesrecht. Kan het (ambtshalve) instellen van een mentorschap samengaan met provisionele bewindvoering? Wanneer kan de rechter ambtshalve tot het instellen van een mentorschap overgaan?
HR 22-06-2012, ECLI:NL:HR:2012:BW3213
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 juni 2012
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, A.M.J. van Buchem-Spapens, F.B. Bakels, A.H.T. Heisterkamp, M.A. Loth
- Zaaknummer
11/04056
- Conclusie
A-G mr. F.F. Langemeijer
- LJN
BW3213
- JCDI
JCDI:ADS912194:1
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
Personen- en familierecht / Familieprocesrecht
Burgerlijk procesrecht / Rechtspleging van onderscheiden aard
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2012:BW3213, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑06‑2012
ECLI:NL:HR:2012:BW3213, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑06‑2012
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑09‑2011
- Wetingang
BW art. 1:380, 451, 452
Essentie
Familieprocesrecht.
Kan het (ambtshalve) instellen van een mentorschap samengaan met provisionele bewindvoering? Wanneer kan de rechter ambtshalve tot het instellen van een mentorschap overgaan?
Samenvatting
Rechthebbende is een man van 91 jaar, die is getroffen door een beroerte. De man kan niet meer zelfstandig wonen en woont in een particulier verzorgingstehuis. Hij is een geregistreerd partnerschap aangegaan met de vrouw. Door een spraakstoornis die het gevolg is van hersenletsel, kan de man zich moeilijk uitdrukken. De man wordt niet in staat geacht tot een redelijke waardering van zijn belangen.
De rechtbank heeft in afwachting van het verzoek ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.