Einde inhoudsopgave
Besluit burgerlijke stand 1994
Artikel 43 [Gegevens geboorteakte]
Geldend
Geldend vanaf 01-03-2023
- Redactionele toelichting
Deze wijziging werkt terug tot en met 01-07-2014 voor reeds opgemaakte akten van geboorte, met dien verstande dat de ambtenaar van de burgerlijke stand van de geboortegemeente op verzoek van de persoon die in de geboorteakte van het kind is aangeduid als «moeder uit wie het kind is geboren» terwijl deze ten tijde van de geboorte van het kind van het mannelijk geslacht was, deze aanduiding bij latere vermelding wijzigt in «ouder uit wie het kind is geboren». Het verzoek kan tot drie jaren na de inwerkingtreding van deze wijziging worden gedaan.
- Bronpublicatie:
28-11-2022, Stb. 2022, 484 (uitgifte: 02-12-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-03-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-11-2022, Stb. 2022, 484 (uitgifte: 02-12-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Algemeen
1.
De akte van geboorte vermeldt in het eerste gedeelte achtereenvolgens:
- a.
de geslachtsnaam dan wel voorlopige geslachtsnaam van het kind;
- b.
de voornamen dan wel voorlopige voornamen van het kind;
- c.
de dag en, voor zover bekend, het uur en de minuut van de geboorte;
- d.
de plaats van geboorte;
- e.
het geslacht van het kind;
2.
De akte vermeldt in het tweede gedeelte achtereenvolgens:
- a.
de geslachtsnaam en de voornamen van de vader of de moeder uit wie het kind niet is geboren;
- b.
de geslachtsnaam en de voornamen van de moeder uit wie het kind is geboren. Deze persoon kan, indien hij ten tijde van de geboorte van het kind van het mannelijk geslacht was, in de akte overeenkomstig de akte van erkenning of op zijn verzoek worden aangeduid als ouder uit wie het kind is geboren;
3.
De akte vermeldt in het derde gedeelte achtereenvolgens:
- a.
indien toepasselijk, dat de geslachtsnaam gekozen is;
- b.
voor zover bekend, de plaats en de dag van de geboorte van de vader of de moeder uit wie het kind niet is geboren en van de moeder of, overeenkomstig het voorgaande lid, onder b, de ouder uit wie het kind is geboren;
- c.
de geslachtsnaam en de voornamen alsmede de plaats en de dag van geboorte van de aangever;
- d.
indien toepasselijk, dat de voornamen ambtshalve door de ambtenaar van de burgerlijke stand zijn gegeven.