Rb. Zwolle-Lelystad, 16-11-2009, nr. 07.600151-09
ECLI:NL:RBZLY:2009:BL3978
- Instantie
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Datum
16-11-2009
- Zaaknummer
07.600151-09
- LJN
BL3978
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBZLY:2009:BL3978, Uitspraak, Rechtbank Zwolle-Lelystad, 16‑11‑2009; (Eerste aanleg - enkelvoudig)
Uitspraak 16‑11‑2009
Inhoudsindicatie
bewijs Wet Wapens en Munitie vlindermes
Partij(en)
RECHTBANK ZWOLLE – LELYSTAD
Sector Strafrecht – Politierechter
Parketnummer : 07.600151-09
Uitspraak : 16 november 2009
Vonnis in de zaak van:
het openbaar ministerie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres].
Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgevonden op 2 november 2009.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. E.I.B. Hoffman, advocaat te Almere.
De officier van justitie, mr. B.E.M. van de Ven, heeft ter terechtzitting gevorderd:
- -
De veroordeling van verdachte ter zake van het onder 1, primair, ten laste gelegde, en het onder 2 ten laste gelegde tot een geldboete van € 320,-- bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 6 dagen hechtenis;
- -
de onttrekking aan het verkeer van het inbeslaggenomen niet teruggegeven voorwerp, te weten een vlindermes.
TENLASTELEGGING
De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding. De tenlastelegging is ter terechtzitting van
- 2.
november 2009 gewijzigd overeenkomstig artikel 313 van het Wetboek van Strafvordering.
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
- 1.
hij op of omstreeks 07 december 2008 in de gemeente Almere opzettelijk niet heeft voldaan aan een bevel of een vordering, krachtens artikel 2 van de Wet op de identificatieplicht en/of artikel 8a van de Politiewet 1993, in elk geval krachtens enig wettelijk voorschrift gedaan door [verbalisant], die was belast met de uitoefening van enig toezicht en/of die was belast met en/of bevoegd verklaard tot het opsporen en/of onderzoeken van strafbare feiten, immers heeft verdachte toen en daar opzettelijk, nadat deze ambtenaar hem had bevolen, althans van hem had gevorderd een identiteitsbewijs ter inzage aan te bieden, geen gevolg gegeven aan dit bevel of die vordering;
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 7 december 2008 in de gemeente Almere, niet heeft voldaan aan de verplichting om een identiteitsbewijs ter inzage aan te bieden, hem opgelegd bij artikel 2 van de Wet op de identificatieplicht;
- 2.
hij op of omstreeks 07 december 2008 in de gemeente Almere een of meer wapens van categorie I, onder 1, te weten een vlindermes, heeft gedragen, althans voorhanden heeft gehad.
BEWIJS
Van het onder 1 tenlaste gelegde moet verdachte in alle varianten worden vrijgesproken. Zowel voor het primair als voor het subsidiair tenlastegelegde feit is vereist, dat is te bewijzen dat de verbalisant afgifte van een identiteitsdocument heeft gevorderd. Dat kan niet worden bewezen, nu de verbalisant in het proces-verbaal van aanhouding slechts heeft geverbaliseerd, dat hij inzage heeft gevraagd. De omstandigheid dat hij dat tot drie keer toe heeft gevraagd, brengt nog niet mee dat hij inzage heeft gevorderd.
De politierechter acht wettig en overtuigend bewezen hetgeen verdachte onder 2 ten laste is gelegd, met dien verstande dat:
hij op 7 december 2008 in de gemeente Almere een of meer wapens van categorie I, onder 1, te weten een vlindermes, heeft gedragen.
Van het meer of anders ten laste gelegde zal de verdachte worden vrijgesproken, aangezien de politierechter dat niet wettig en overtuigend bewezen acht.
De politierechter overweegt ter zake deze bewezenverklaring het navolgende.
Het verweer dat het mes geen vlindermes is als bedoeld in artikel 2, eerste lid, categorie I, onder 1, van de Wet wapens en munitie, en derhalve niet verboden is om te dragen ingevolge artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, dient te worden verworpen.
Ingevolge artikel 2 onder c van de Regeling Wapens en Munitie wordt onder vlindermes verstaan een mes waarvan het heft in de lengterichting in tweeën is gedeeld en waarvan het lemmet naar buiten wordt gebracht door elk van de delen van het heft in tegenovergestelde richting zijdelings open te vouwen. Uit het proces-verbaal nummer 2008088534 met bijgevoegde foto’s blijkt dat het mes dat onder verdachte in beslag is genomen, voldoet aan deze omschrijving van een vlindermes, en dat het lemmet van dat vlindermes een lengte heeft van 10 cm. Dus is het een verboden wapen als bedoeld in artikel 2, eerste lid, categorie I, onder 1, onder c, van de Wet wapens en munitie.
Uit het proces-verbaal van aanhouding van [verbalisant] [nummer proces-verbaal] blijkt, dat dit mes is aangetroffen in de broekzak van verdachte, waarin verbalisant, blijkens dat proces-verbaal, met instemming van verdachte heeft gevoeld.
STRAFBAARHEID
Het bewezene levert op:
Feit 2:
Handelen in strijd met artikel 13 van de Wet wapens en munitie, strafbaar gesteld bij artikel 55 van de Wet wapens en munitie.
Het feit en de verdachte zijn strafbaar, nu geen feiten of omstandigheden gebleken zijn die die strafbaarheid zouden opheffen of uitsluiten.
OPLEGGING VAN STRAF OF MAATREGEL
Gelet op de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, op de omstandigheden waaronder verdachte zich daaraan heeft schuldig gemaakt en op de persoon van verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, acht de politierechter de na te noemen beslissing passend.
Bij haar beslissing heeft de rechtbank rekening gehouden met een de verdachte betreffend uittreksel justitiële documentatie d.d. 7 oktober 2009.
De oplegging van straf of maatregel is gegrond op de artikelen 23, 24, 24c, 36b, 36c en 91 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 2, 13 en 55 van de Wet wapens en munitie.
BESLISSING
Het onder 1 ten laste gelegde is niet bewezen en de verdachte wordt daarvan vrijgesproken.
Het onder 2 ten laste gelegde is bewezen zoals hiervoor aangegeven en levert het strafbare feit op, zoals hiervoor vermeld. De verdachte is deswege strafbaar.
Het onder 2 meer of anders ten laste gelegde is niet bewezen en de verdachte wordt daarvan vrijgesproken.
De politierechter veroordeelt de verdachte tot betaling van een geldboete van € 220,00, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van vier dagen.
De politierechter verklaart ontrokken aan het verkeer het inbeslaggenomen vlindermes.
Aldus gewezen door mr. A.W.M. van Hoof, politierechter, in tegenwoordigheid van mr. J.M. Weerdhuizen-Loman, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 16 november 2009.