FED 2021/133
Geen verrekenbare definitieve verliezen na wijziging van uiteindelijk belang in Duitse dochtermaatschappij.
HR 02-07-2021, ECLI:NL:HR:2021:1043, m.nt. mr. dr. J.J. van den Broek
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
2 juli 2021
- Magistraten
Mrs. Van Hilten, Overgaauw, Van Loon, Faase, Van Eijsden
- Zaaknummer
19/03443
- Conclusie
A-G Wattel
- Noot
mr. dr. J.J. van den Broek
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS353022:1
- Vakgebied(en)
Vennootschapsbelasting / Fiscale eenheid
Vennootschapsbelasting / Verliesverrekening
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:1043, Uitspraak, Hoge Raad, 02‑07‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 20‑03‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:265, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑03‑2020
- Wetingang
Essentie
Geen verrekenbare definitieve verliezen na wijziging van uiteindelijk belang in Duitse dochtermaatschappij.
Samenvatting
Een in Noorwegen gevestigde vennootschap houdt alle aandelen in belanghebbende, een Nederlandse tussenhoudster, die alle aandelen houdt in een Duitse vennootschap. In 2011 wijzigt het uiteindelijk belang in de Noorse tophoudster, en daarmee ook in de Duitse vennootschap. Onder het Duitse Körperschaftsteuergesetz zijn hierdoor verliezen van de Duitse dochter naar rato van de wijziging in het aandelenbelang in Duitsland voor de heffing van vennootschapsbelasting niet meer verrekenbaar. De Hoge Raad oordeelt dat geen sprake is van ‘definitieve verliezen’ in de zin van het arrest Marks & ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.