Einde inhoudsopgave
Handels- en Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds
Artikel 623 Doortocht
Geldend
Geldend vanaf 01-05-2021
- Bronpublicatie:
30-12-2020, PbEU 2021, L 149 (uitgifte: 30-04-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-05-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-04-2021, PbEU 2021, L 149 (uitgifte: 30-04-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
Ondernemingsrecht / Europees ondernemingsrecht
Douane (V)
1.
Iedere staat geeft toestemming voor de doortocht over zijn grondgebied van een persoon die wordt overgeleverd, mits aan die staat informatie is verstrekt over:
- a)
de identiteit en de nationaliteit van de persoon tegen wie het aanhoudingsbevel is uitgevaardigd,
- b)
het bestaan van een aanhoudingsbevel,
- c)
de aard en de wettelijke omschrijving van het strafbaar feit, en
- d)
de omstandigheden waaronder het strafbaar feit is gepleegd, met inbegrip van tijd en plaats.
2.
De staat namens welke overeenkomstig artikel 603, lid 2, de kennisgeving is gedaan dat hij overlevering van zijn eigen onderdanen niet of slechts onder bepaalde door hem aan te geven voorwaarden zal toestaan, kan op dezelfde wijze de doortocht van zijn eigen onderdanen over zijn grondgebied weigeren of afhankelijk stellen van dezelfde voorwaarden.
3.
De staten wijzen een autoriteit aan die verantwoordelijk is voor de ontvangst van verzoeken tot doortocht, van de nodige stukken en van alle andere ambtelijke briefwisseling in verband met die verzoeken.
4.
Het verzoek om doortocht, alsmede de in lid 1 bedoelde gegevens, kunnen aan de op grond van lid 3 aangewezen autoriteit worden toegezonden op elke wijze die een schriftelijke melding oplevert. De staat van doortocht geeft op dezelfde wijze kennis van zijn beslissing.
5.
Dit artikel is niet van toepassing in het geval dat het vervoer door de lucht plaatsvindt en er geen tussenlanding is voorzien. In het geval van een onvoorziene tussenlanding evenwel verstrekt de uitvaardigende staat de in lid 1 bedoelde gegevens aan de op grond van lid 3 aangewezen autoriteit.
6.
Dit artikel is mutatis mutandis van toepassing op de doortocht van een persoon die door een derde land aan een staat wordt uitgeleverd. Met name worden verwijzingen naar een ‘aanhoudingsbevel’ beschouwd als verwijzingen naar een ‘uitleveringsverzoek’.