Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2021/523 tot vaststelling van het InvestEU-programma en tot wijziging van Verordening (EU) 2015/1017
Artikel 29 Evaluatie
Geldend
Geldend vanaf 26-03-2021
- Bronpublicatie:
24-03-2021, PbEU 2021, L 107 (uitgifte: 26-03-2021, regelingnummer: 2021/523)
- Inwerkingtreding
26-03-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-03-2021, PbEU 2021, L 107 (uitgifte: 26-03-2021, regelingnummer: 2021/523)
- Vakgebied(en)
Corona (V)
EU-recht / Financiering
Ondernemingsrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Evaluaties van het InvestEU-programma worden zodanig verricht dat ze tijdig in de besluitvorming kunnen worden meegenomen.
2.
Uiterlijk op 30 september 2024 dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een onafhankelijk tussentijds evaluatieverslag over het InvestEU-programma in, in het bijzonder over het gebruik van de EU-garantie, over de naleving van de verplichtingen van de EIB-groep uit hoofde van artikel 11, lid 1, eerste alinea, punten b) en c), de toewijzing van de EU-garantie waarin is voorzien in artikel 13, leden 4 en 5, de uitvoering van de InvestEU-advieshub, over de begrotingstoewijzing waarin is voorzien in artikel 11, lid 1, eerste alinea, punt d), i), en over artikel 8, lid 8. Met deze evaluatie wordt met name aangetoond hoe de deelname van de uitvoerende partners en adviespartners aan de uitvoering van het InvestEU-programma een rol heeft gespeeld bij het bereiken van de streefdoelen van het InvestEU-programma en de beleidsdoelstellingen van de EU, met name wat betreft de toegevoegde waarde en het geografisch en sectoraal evenwicht van de ondersteunde financierings- en investeringsverrichtingen. Deze evaluatie omvat ook een beoordeling van de toepassing van de duurzaamheidstoets uit hoofde van artikel 8, lid 5, en de focus op kmo's die in het kader van het artikel 8, lid 1, punt c), bedoelde beleidsterrein kmo's is bereikt.
3.
Aan het einde van de uitvoering van het InvestEU-programma, doch uiterlijk op 31 december 2031, dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een onafhankelijk eindevaluatieverslag over het InvestEU-programma in, in het bijzonder over het gebruik van de EU-garantie.
4.
De Commissie deelt de conclusies van de evaluaties tezamen met haar opmerkingen mee aan het Europees Parlement, aan de Raad, aan het Europees Economisch en Sociaal Comité en aan het Comité van de Regio's.
5.
De uitvoerende partners en de adviespartners dragen bij aan en verstrekken de Commissie de nodige informatie voor het verrichten van de in de leden 2 en 3 bedoelde evaluaties.
6.
Overeenkomstig artikel 211, lid 1, van het Financieel Reglement neemt de Commissie om de drie jaar in het in artikel 250 van het Financieel Reglement bedoelde jaarverslag een evaluatie van de toereikendheid van het in artikel 4, lid 1, van deze verordening vastgelegde voorzieningspercentage in het licht van het werkelijke risicoprofiel van de financierings- en investeringsverrichtingen die door de EU-garantie worden gedekt. De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 34 van deze verordening gedelegeerde handelingen vast te stellen tot wijziging van deze verordening door het in artikel 4, lid 1, van deze verordening vastgelegde voorzieningspercentage op basis van die evaluatie met ten hoogste 15 % aan te passen.