RvdW 2019/947
Verzekeringsrecht. Verzekering tegen brandschade aan bedrijfsgebouwen en bedrijfsmiddelen en tegen bedrijfsstagnatie bij brand; onderverzekering?; verzekerd belang; accresclausule. Aansprakelijkheid assurantietussenpersoon voor korting door verzekeraar wegens onderverzekering?; maatstaf.
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
6 september 2019
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron, M.J. Kroeze, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
18/00769
- Conclusie
A-G mr. E.B. Rank-Berenschot
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verzekeringsrecht / Algemeen
Verzekeringsrecht / Schadeverzekering
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1298, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 06‑09‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:559, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑04‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 21‑02‑2018
- Wetingang
Essentie
Verzekeringsrecht. Verzekering tegen brandschade aan bedrijfsgebouwen en bedrijfsmiddelen en tegen bedrijfsstagnatie bij brand; onderverzekering?; verzekerd belang; accresclausule. Aansprakelijkheid assurantietussenpersoon voor korting door verzekeraar wegens onderverzekering?; maatstaf.
Samenvatting
Het hof had niet in het midden mogen laten of de assurantietussenpersoon (verweerster in cassatie) op basis van de jaarcijfers van verzekerde (eiseres tot cassatie) had moeten zorgen voor verhoging van de basisdekking ter zake van bedrijfsschade, zodat de verzekeraar niet met succes een korting wegens onderverzekering had kunnen toepassen. Indien deze verhoging had plaatsgevonden, zou de accresclausule de verhoging van het verzekerd belang als gevolg van de omzetstijging in 2005 ...