Einde inhoudsopgave
RvdW 2007, 615
Onteigening. Vaststelling schadeloosstelling onteigening prostitutiepanden; rendementswaarde; premie uithandenbreken; deskundigenkosten; onbegrijpelijk oordeel. Vervolg op HR 30 jan. 2004, LJN AO1432, nr. 1393. Zelfde beslissing als in het eveneens op 22 juni 2007 door de Hoge Raad uitgesproken arrest in de zaak nr. C06/005HR.
HR 22-06-2007, ECLI:NL:HR:2007:BA4598
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
22 juni 2007
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, A. Hammerstein, F.B. Bakels, C.A. Streefkerk, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
C06/007HR
- Conclusie
A-G Spier
- LJN
BA4598
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Onteigeningsrecht / Onteigening
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2007:BA4598, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑06‑2007
ECLI:NL:HR:2007:BA4598, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 22‑06‑2007
Essentie
Onteigening. Vaststelling schadeloosstelling onteigening prostitutiepanden; rendementswaarde; premie uithandenbreken; deskundigenkosten; onbegrijpelijk oordeel.
Vervolg op HR 30 jan. 2004, LJN AO1432, nr. 1393. Zelfde beslissing als in het eveneens op 22 juni 2007 door de Hoge Raad uitgesproken arrest in de zaak nr. C06/005HR.
Partij(en)
[Eiser], eiser tot cassatie, verweerder in het incidentele cassatieberoep, adv. mr. M.L. Kleyn,
tegen
De Gemeente 's‑Gravenhage, verweerster in cassatie, eiseres in het incidentele cassatieberoep, adv. mr. M.W. Scheltema.
Voorgaande uitspraak
Hoge Raad:
1. Het geding in voorgaande instanties
De Hoge Raad verwijst voor het verloop van dit geding naar zijn arrest ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.