RFR 2007, 95:Erfrecht. Maatstaven bij vaststelling van behoefte van erflaters echtgenote bij verzoek tot vestiging van verzorgingsvruchtgebruik.

RFR 2007, 95

Erfrecht. Maatstaven bij vaststelling van behoefte van erflaters echtgenote bij verzoek tot vestiging van verzorgingsvruchtgebruik.

Documentgegevens:

HR 08-06-2007, ECLI:NL:HR:2007:BA2507

Instantie: Hoge Raad
Datum: 8 juni 2007
Magistraten: Mrs. J.B. Fleers, A.M.J. van Buchem-Spapens, A. Hammerstein, C.A. Streefkerk, W.D.H. Asser
Zaaknummer: R06/057HR
Conclusie: plv. P-G De Vries Lentsch-Kostense
LJN: BA2507
JCDI: JCDI:ADS871378:1
Vakgebied(en): Onbekend (V)
Erfrecht / Erfopvolging bij versterf
Personen- en familierecht (V)
Brondocumenten: ECLI:NL:PHR:2007:BA2507, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑06‑2007
ECLI:NL:HR:2007:BA2507, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑06‑2007
Wetingang: BW art. 4:29; BW art. 4:30; BW art. 4:33

Essentie

Welke maatstaven gelden voor de vaststelling van de behoefte van de echtgenoot van de erflater in het kader van een verzoek tot vestiging van een verzorgingsvruchtgebruik? Wie dient aannemelijk te maken of er wel of niet behoefte bestaat?

Samenvatting

Erflater heeft na het uiteengaan van hem en zijn echtgenote, zijn echtgenote onterfd en zijn broer tot enig erfgenaam benoemd. Hangende de echtscheidingsprocedure is hij overleden. De echtgenote verzoekt de kantonrechter om de erfgenaam te bevelen mee te werken aan de vestiging van een verzorgingsvruchtgebruik zoals bedoeld in art. 4:30 BW ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.