JOL 2007, 257

Peildatum inbrengwaarde gelegateerd goed: datum overlijden erflater; derogerende werking redelijkheid en billijkheid. Regel is dat als peildatum voor de vaststelling van de inbrengwaarde van een gelegateerd goed de datum van overlijden van de erflater geldt. In zijn algemeenheid vindt geen steun in het recht het betoog dat die regel door de (derogerende werking van de) redelijkheid en billijkheid slechts kan worden opzijgezet indien komt vast te staan dat de vertraging in de afgifte van het legaat uitsluitend, althans in hoofdzaak is toe te schrijven aan (verwijtbare) gedragingen van de legataris. Niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting geeft 's hofs oordeel dat het gelet op de door hem in aanmerking genomen feiten en omstandigheden (waaronder deze dat de legataris vanaf het overlijden van de erflater de woning om niet in gebruik heft gehad terwijl de afgifte van het legaat nog niet is geëffectueerd en zij dus ook de waarde nog niet heeft ingebracht) in strijd is met de redelijkheid en billijkheid de inbrengwaarde van het huis vast te stellen op de waarde per datum overlijden van de erflater.