JAR 2007, 18
Overeenkomst tot beëindiging arbeidsovereenkomst: uitleg. Passeren tegenbewijs als onvoldoende gespecificeerd. Slagende cassatieklachten tegen uitleg van stellingen inzake uit overeenkomst tot beëindiging van arbeidsovereenkomst voortvloeiende pensioenverplichtingen en van in het geding gebrachte brief alsmede tegen het als onvoldoende gespecificeerd passeren van bewijsaanbod van partij die tegenbewijs mocht leveren.
HR 08-12-2006, ECLI:NL:HR:2006:AZ0756
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
8 december 2006
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, O. de Savornin Lohman, E.J. Numann, J.C. van Oven, F.B. Bakels; A-G Timmerman
- Zaaknummer
C05/242HR
- LJN
AZ0756
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2006:AZ0756, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑12‑2006
ECLI:NL:HR:2006:AZ0756, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 08‑12‑2006
- Wetingang
BW art. 6:217; BW art. 6:248; Rv art. 149; Rv art. 151 lid 2
Essentie
Overeenkomst tot beëindiging arbeidsovereenkomst: uitleg. Passeren tegenbewijs als onvoldoende gespecificeerd.
Slagende cassatieklachten tegen uitleg van stellingen inzake uit overeenkomst tot beëindiging van arbeidsovereenkomst voortvloeiende pensioenverplichtingen en van in het geding gebrachte brief alsmede tegen het als onvoldoende gespecificeerd passeren van bewijsaanbod van partij die tegenbewijs mocht leveren. (Ontleend aan RvdW 2006, 1146)