NJ 2006, 503
Faillissementsrecht. Fixatiebeginsel; uitzondering van art. 52 Fw; strekking; geen plaats voor extensieve uitleg.
HR 28-04-2006, ECLI:NL:HR:2006:AV0653, m.nt. P. van Schilfgaarde (Huijzer/Rabobank)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
28 april 2006
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, R. Herrmann, A.M.J. van Buchem-Spapens, W.A.M. van Schendel, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
C05/167HR
- Conclusie
A-G Huydecoper
- Noot
P. van Schilfgaarde
- LJN
AV0653
- Roepnaam
Huijzer/Rabobank
- JCDI
JCDI:ADS114720:1
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Faillissement
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2006:AV0653, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑04‑2006
ECLI:NL:HR:2006:AV0653, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 28‑04‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 31‑05‑2005
- Wetingang
Essentie
Faillissementsrecht. Fixatiebeginsel; uitzondering van art. 52 Fw; strekking; geen plaats voor extensieve uitleg.
De curator kan betaling van de bank vorderen van bedragen die de bank na de faillietverklaring aan een derde heeft voldaan ingevolge door de gefailleerde rekeninghouder na de faillietverklaring gegeven opdrachten tot betaling ten laste van diens creditsaldo in rekening-courant, ook wanneer de bank noch door publicatie van het faillissement noch op andere wijze op de hoogte was of moest zijn van het faillissement. De boedel is immers niet gebaat door de betalingsopdracht, tot het geven waarvan de gefailleerde ingevolge art. 23 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.