NJ 2006, 258
Geslachtsnaam kind na erkenning/gerechtelijke vaststelling vaderschap. Art. 1:5 lid 2 BW in strijd met art. 7 IKVR en/of art. 8 en 14 EVRM?
HR 14-04-2006, ECLI:NL:PHR:2006:AU9239
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
14 april 2006
- Magistraten
Mrs. R. Herrmann, O. de Savornin Lohman, E.J. Numann, J.C. van Oven
- Zaaknummer
R05/068HR
- Conclusie
A-G Langemeijer
- LJN
AU9239
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Internationaal belastingrecht / Discriminatieverbod
Personen- en familierecht / Personenrecht
Europees belastingrecht / Discriminatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2006:AU9239, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 14‑04‑2006
ECLI:NL:PHR:2006:AU9239, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑04‑2006
- Wetingang
Essentie
Geslachtsnaam kind na erkenning/gerechtelijke vaststelling vaderschap. Art. 1:5 lid 2 BW in strijd met art. 7 IKVR en/of art. 8 en 14 EVRM?
Art. 1:5 lid 2 BW, dat bepaalt dat indien een kind door erkenning in familierechtelijke betrekking tot de vader komt te staan, het de geslachtsnaam van de moeder behoudt, tenzij de moeder en de erkenner ter gelegenheid van de erkenning gezamenlijk verklaren dat het kind de geslachtsnaam van de vader zal hebben, is niet in strijd met art. 7 lid 1 IVKR, aangezien dit artikel, daargelaten of het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.